G1 - Cours 12 - Avoir, être & Qui est-ce?

Bienvenue au cours de français!
Madame Geluk (Bonheur)

On commence dans .....
Aan het einde van deze les ....
  • ... kan ik korte zinnen maken met de werkwoorden avoir & être.
  • ... kan ik mijn klasgenoten beschrijven.

timer
1:00
1 / 13
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Bienvenue au cours de français!
Madame Geluk (Bonheur)

On commence dans .....
Aan het einde van deze les ....
  • ... kan ik korte zinnen maken met de werkwoorden avoir & être.
  • ... kan ik mijn klasgenoten beschrijven.

timer
1:00

Slide 1 - Slide

Le programme
  • Quizlet Live: avoir & être
  • Vocabulaire: décrire une personne
  • Jouer: Qui est-ce ?
Les devoirs - het huiswerk
  • Verbes (werkwoorden): avoir & être
  • 1 plaatje van een persoon beschrijven met minimaal 5 zinnen

Slide 2 - Slide



Geen internet/telefoon?
> Doe actief mee met buurman/buurvrouw

Slide 3 - Slide

Décrire une personne
Het doel is dat je aan het einde van de les 'Wie is het' kunt spelen met je klasgenoten. Daarvoor heb je nieuwe/meer vocabulaire nodig. Schrijf eerst in het Nederlands op welke woorden je nodig hebt om iemand te beschrijven. Gebruik dan de volgende bronnen & schrijf de Franse vertaling op.

timer
10:00

Slide 4 - Slide

1

Slide 5 - Video

00:30
Hoe vraag je: Wie is het ?
A
Qui?
B
Elle est
C
Qui est-ce?
D
Qu'est-ce que c'est

Slide 6 - Quiz

Hoe zeg je: ja, dat is goed!
A
Oui
B
Non
C
Oui, c'est correct
D
Non, ce n'est pas bon

Slide 7 - Quiz

Hoe zeg je: nee, het is niet Marco
A
Oui
B
Non
C
Non, il est Marco
D
Non, ce n'est pas Marco

Slide 8 - Quiz

Hoe zeg je: heel goed!
A
Bon travail
B
Très bien
C
Ce n'est pas bien

Slide 9 - Quiz

Jouer!
En groupe!
> 1 groepslid neemt een klasgenoot in gedachte
> Het groepslid beschrijft de klasgenoot in het Frans
> De rest luistert
> Als de groepsgenoot vraagt "Qui est-ce?" , raadt de rest -in het Frans- wie hij/zij beschreven heeft. Dat vraag je door te zeggen: "C'est.....Marco?"
> Daarna gaat iemand anders beschrijven

timer
3:00

Slide 10 - Slide

Les devoirs
Faites (maak)
  • Op je laptop (Word/Google Docs)
  • Zoek op internet een plaatje van een persoon
  • Beschrijf de persoon in minimaal 5 (complete) Franse zinnen. (zie voorbeeld op dia 15) - gebruik ww. avoir & être
  • Let op: géén Google Translate, wel www.interglot.com
Étudier: verbes  'avoir' , p.100 & 'être' (p.2012)


timer
7:00
Leer woordjes bijvoorbeeldvia Quizlet

Slide 11 - Slide

Décrire une personne
Voorbeeld beschrijving
1. Elle est une fille
2. Elle est longue
3. Elle a/porte des lunettes de soleil
4. Elle a un chien
5. Le chien est petit
5. Elle a un sac
6. Elle a/porte une jupe

Slide 12 - Slide

Les objectifs d'apprentissage
Aan het einde van deze les ....

... kan ik korte zinnen maken met de werkwoorden avoir & être.
... kan ik het uiterlijk van mijn klasgenoten beschrijven..

Slide 13 - Slide