Break-even les 2

1 / 14
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Stel dat van een onderneming het volgende is gegeven voor een bepaald jaar:
- Verkoopprijs: €145 - Overige variabele kosten: €153.600
- Totale inkoopkosten: €80.000 - Constante kosten: €100.000
- Verwachte afzet: 3.200 stuks

Wat is dan de dekkingsbijdrage?
A
120
B
98
C
72
D
145

Slide 6 - Quiz

Stel dat van een onderneming het volgende is gegeven voor een bepaald jaar:
- Verkoopprijs: €145 - Overige variabele kosten: €153.600
- Totale inkoopkosten: €80.000 - Constante kosten: €100.000
- Verwachte afzet: 3.200 stuks

Wat is dan de break-even afzet?
A
2.134 stuks
B
1.389 stuks
C
1.370 stuks
D
1.738 stuks

Slide 7 - Quiz

Stel dat van een onderneming het volgende is gegeven voor een bepaald jaar:
- Verkoopprijs: €145 - Overige variabele kosten: €153.600
- Totale inkoopkosten: €80.000 - Constante kosten: €100.000
- Verwachte afzet: 3.200 stuks

Wat is dan de break-even omzet?
A
€233.600
B
€464.000
C
€230.400
D
€316.800

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Voor een handelsonderneming geldt hetvolgende:
- De proportionele variabele kosten: 40% van de verkoopprijs
- De constante machinekosten: €60.000 per jaar

Wat is de break-even afzet?
A
60.000 stuks
B
150.000 stuks
C
40.000 stuks
D
100.000 stuks

Slide 14 - Quiz