Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1
This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Ontstaan van Nederland les 2
Slide 1 - Slide
Deze les
Terugblikken op de vorige les
Deel 2 van paragraaf 1
Afmaken van de weektaak (opdrachten paragraaf 1 af)
Slide 2 - Slide
aan het einde van deze les
kun je...
Uitleggen welke twee stromingen er waren binnen het christendom
De verschillen uitleggen tussen de twee stromingen
Uitleggen waarom hervormers een eigen kerk wilde stichtten
Uitleggen wat de Reformatie is
Uitleggen waarom Filips II en Willem van Oranje ruzie kregen
Slide 3 - Slide
Met welke koning kreeg Willem van Oranje problemen ?
A
Karel V
B
Carlos III
C
Filips II
Slide 4 - Quiz
Wat was de functie van Willem van Oranje?
A
Burgemeester
B
Koning
C
Schout en schepenen
D
Stadhouder
Slide 5 - Quiz
Beeldenstorm 1566
Slide 6 - Mind map
De Rooms-katholieke kerk
Kan korter, daarom vaak katholieke kerk genoemd.
Al heel lang was dat de enige christelijke kerk. De paus was en is nog steeds de baas binnen het katholieke geloof.
Rond 1500 komt er kritiek op de katholieke kerk
Slide 7 - Slide
Kritiek op de katholieke kerk
Geestelijken (de mensen van de kerk) gaven te veel geld uit aan schilderijen en beelden in een kerk. Mensen moesten sober leven. zonder al te veel pracht en praal
Slide 8 - Slide
Sober leven zag er zo uit: een kerk zonder dure, grote en mooi uitziende versieringen
Slide 9 - Slide
Kritiek op de katholieke kerk
Geestelijken hadden te veel macht. Ze verdienden namelijk geld met aflaten.
Met een aflaat 'koop' je een plekje in de hemel. De kritiek was dat alleen God bepaalde wie in de hemel kwam.
Slide 10 - Slide
Maarten Luther
Eén van de mensen die kritiek had op de katholieke kerk, was Maarten Luther. We gaan een filmpje over hem bekijken. Beantwoord de volgende vragen:
Waarom had de Paus geld nodig?
Wat stond er in die 95 stellingen?
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Video
Waarom had de Paus geld nodig?
Slide 13 - Open question
Wat stonden er op de 95 stellingen?
Slide 14 - Open question
Slide 15 - Video
02:44
Wat koopt Luther hier? Voor wie koopt hij dat?
Slide 16 - Open question
02:51
Waarom koopt Luther een aflaat?
Slide 17 - Open question
03:21
Slide 18 - Open question
04:36
Slide 19 - Open question
06:28
Wat probeert Tetzel (die meneer) te bereiken?
Slide 20 - Open question
07:18
Snap je dat er veel mensen die avond een aflaat komen kopen?
Ja
Nee
Slide 21 - Poll
Hervormers
De mensen die dit vonden, gingen protest voeren tegen de katholieke kerk. Zij wilde de kerk veranderen en noemen we hervormers.
De periode waarin mensen de kerk willen hervormen, noemen we Reformatie
Slide 22 - Slide
Twee kerken
Hervormers beginnen in 1517 een eigen kerk: protestantse kerk. Het woord protestant komt van protest, protest tegen de katholieke kerk.
De dominee werd de baas van deze kerk
Vanaf dat moment bestond de christelijke kerk uit de katholieke kerk en de protestantse kerk
Slide 23 - Slide
Ruzie
Filips II (koning van Spanje en NL) was katholiek. Van hem mochten protestanten geen kerken bouwen.
Protestanten en katholieken kregen hierdoor steeds meer ruzie
Protestanten werden door Filips II opgepakt en gedood
Slide 24 - Slide
Willem van Oranje vs. Filips II
Willem van Oranje vond, net als veel andere edelen, Filips veel te streng.
Willem van Oranje en die andere edelen vonden dat iedereen moet kunnen geloven wat hij of zij wil
De spanning tussen de Spaanse koning en de protestanten werd groter
Slide 25 - Slide
Wat was de rede voor Willem van Oranje om in opstand te komen tegen Filips II?
A
Spaanse koning had te veel macht
B
Hij wilde niet Spaans spreken
C
Godsdienstvrijheid
D
Hij vond de Beeldenstorm maar niets
Slide 26 - Quiz
Filips II
Willem van Oranje
Godsdienstvrijheid is belangrijk
Katholieke geloof
Straft opstandelingen streng
Kiest de kant van protestantse opstandelingen
Slide 27 - Drag question
Zelfstandig werken
Aan de weekopdrachten van deze week: paragraaf 1 af hebben en inleveren.
Klaar? Zoek dan extra informatie over Willem van Oranje en Filips II