This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
today''s program
Huiswerk bespreken
DNA - replicatie
huiswerk 6 t/m 14
SE bespreken (laatste vragen)
Slide 1 - Slide
T4B2 DNA replicatie
1: herhaling bouw van DNA?
2. bs 2: DNA-replicatie
Slide 2 - Slide
Wat wordt bedoeld met: de DNA-helix bestaat uit twee complementaire strengen?
Slide 3 - Open question
Welk kenmerk van ons erfelijk materiaal is niet universeel bij levende organismen?
A
De aaneenschakeling van desoxyribose en fosfaat
B
De aanwezigheid van 4 basen: A, C, T en G
C
De aanwezigheid van twee complementaire strengen
D
De sequentie van de nucleotiden
Slide 4 - Quiz
Hoeveel procent van ons DNA bestaat uit genen?
A
0-5%
B
10-50%
C
5-10%
D
50-80%
Slide 5 - Quiz
Verbind de volgende termen tot een correct geheel: chromosoom- DNA - eiwitten - histonen - nucleosomen - niet-coderend DNA
Slide 6 - Open question
Leerdoelen:
Ik kan...
het proces van DNA-replicatie toelichten en beschrijven
Nieuwe begrippen:
DNA-replicatie - replicatiebel - primer - DNA-polymerase
afleesrichting - leidende en volgende streng -okazaki fragment
DNA-ligase - centromeer -telomeer
Slide 7 - Slide
DNA- replicatie (=verdubbeling)
Een replica maken= een exacte kopie.
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Video
bekijken afbeelding in het boek en binas
Slide 10 - Slide
beantwoord de vragen:
wat is de functie van de DNA polymerase
waarom kan de 'volgende'=lagging streng niet in een keer gesynthetiseerd worden?
hoe heet het enzym dat de okazaki-fragmenten aan elkaar verbindt?
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Telomeren: stukken niet-coderend DNA aan de uiteinden van de chromosomen
Telomeren worden bij iedere deling korter. Door vervanging van de RNA primer ontbreekt het 3'uiteinde, hierdoor kan een deel niet gerepliceerd worden
Slide 13 - Slide
In welk type cellen zal het enzym telomerase vooral actief zijn?
Slide 14 - Open question
DNA technieken
PCR
DNA en gelelectroforese
DNA fingerprinting en restrictie-enzymen
Slide 15 - Slide
vraag 8
Slide 16 - Slide
PCR (kunstmatige DNA replicatie) =
polymerase chain reaction
doel:
vermeerderen DNA
maak hierna opdracht 10
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Video
Programma
DNA technieken
transcriptie
Slide 19 - Slide
vraag 9
Waarom hebben bacterien geen telomeren?
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Video
Bij RNA wordt de T vervangen door een U PCR: welke twee primers kunnen gebruikt worden voor replicatie van dit gen?
A
5' AUA 3'
5' GCC 3'
B
3' AUA 5'
3'GCC 5'
C
3' UAU 5'
3' GGG 5'
D
5' UAU 3'
5' GGG 3'
Slide 22 - Quiz
Hoeveel PCR-cycli zijn weergegeven in tabel 71M2?
A
3
B
4
C
5
D
6
Slide 23 - Quiz
Gelelektroforese
Slide 24 - Slide
https:
Slide 25 - Link
DNA fingerprinting: bepaling voor de DNA sequentie
Slide 26 - Slide
https:
Slide 27 - Link
Slide 28 - Slide
Slide 29 - Slide
Slide 30 - Slide
Slide 31 - Slide
Slide 32 - Slide
Slide 33 - Slide
Slide 34 - Slide
Van DNA naar RNA: Wat zijn de verschillen tussen DNA en RNA?
Slide 35 - Open question
Het Pfizer en Moderna vaccin bevatten een stukje RNA. Waar bevat dit RNA het recept voor?
Slide 36 - Open question
Slide 37 - Slide
Slide 38 - Slide
De coderende streng van een stuk DNA heeft de volgende basen: CGAATACGGATATG. Welk RNA wordt er gevormd bij transcriptie?
Slide 39 - Open question
Slide 40 - Slide
Slide 41 - Slide
Alleen in mitochondriën is het enzym DNA-polymerase-γ actief. Dit enzym kopieert, controleert en repareert het mtDNA. Het gen voor dit enzym bevindt zich niet in de mitochondriën, maar in de celkern. In een cel kunnen de volgende processen optreden: 1 replicatie; 2 splicing; 3 transcriptie; 4 translatie
Welke processen treden op en in welke volgorde om dit enzym te maken?