Samenstellingen -en, -e, -s

Samenstellingen
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Samenstellingen

Slide 1 - Slide

Lesdoel
Spelling Samenstellingen

- Je kunt uitleggen hoe je samenstellingen schrijft en wanneer je een tussenletter gebruikt.




Slide 2 - Slide

Wat is een
samenstelling?

Slide 3 - Mind map

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Als de samenstelling van een woord ook één persoon of ding betekent, dan schrijf je het aan elkaar. Ook als het woord erg lang wordt.

kindercarnavalsoptochtvoorbereidingswerkzaamheden

lagekostenluchtvaartmaatschappij

Slide 7 - Slide

Als er verwarring is over de uitspraak, komt er een koppelteken (-) tussen de woorden


Klinkerbotsing:
zee-egel
auto-ongeluk


Slide 8 - Slide

Samenstelling -en, -e, -s
Groentesoep of groentensoep
kippehok of kippenhok
rodekool of rodenkool

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Stel jezelf 3 vragen (Bok E7)
1. Is het een samenstelling?
2. Is het eerste deel een zelfst. naamwoord?
3. Is dit zelfst.nw. bij meervoud enkel en alleen eindigend op -en?
Voorbeeld:
- panne...koek -> 3x ja = pannenkoek
- prulle...bak -> 3 x ja = prullenbak



Slide 11 - Slide

Uitzonderingen
  • Als de samenstelling geen meervoud heeft, blijft het -e. Bijv. rijstepap
  •  Enig in zijn soort: Maan = Maneschijn
  • Versteende samenstelling
  • vb: ruggespraak. Heeft niets met rug te maken. Het is wel ruggenprik!
  • Samenstelling is een bijv.nw: reuzeleuke man

Slide 12 - Slide

Wat is het meervoud van seconde?
A
seconde
B
secondes
C
secondes/seconden
D
seconden

Slide 13 - Quiz

vijf+seconde+regel

A
vijf seconden regel
B
vijf secondenregel
C
vijf seconderegel
D
vijf-seconderegel

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Video


Jullie zijn BEER + GOED bezig! Begrijpen jullie deze GEDACHTE + GANG van de spelling?

A
berengoed, gedachtengang
B
beregoed, gedachtengang
C
berengoed, gedachtegang
D
beregoed, gedachtegang

Slide 16 - Quiz

De (1) maffiabaas stuurde zijn (2) een liefdesbrief vanuit de gevangenis.
A
1 = gewetenloze 2 = schattenbout
B
1 = geweteloze 2 = schattebout
C
1 = gewetenloze 2= schattebout
D
1 = geweteloze 2= schattenbout

Slide 17 - Quiz

Meneer de (1) denkt dat we op 30 april nog steeds (2) vieren.
A
1 = Koekepeer 2= Koninginnedag
B
1 = Koekenpeer 2 = Koninginnendag
C
1= Koekenpeer 2= Koninginnedag
D
1= Koekepeer 2 =Koninginnendag

Slide 18 - Quiz

In een (1) bos haalden de jongens (2) uit, totdat ze een heus (3) ontdekten. Dat vonden ze (4).
A
1= pikkendonker, 2= kattenkwaad, 3=berenhol, 4= Reuzenspannend
B
1= pikkedonker, 2 = kattekwaad, 3 = berehol, 4 = reuzespannend
C
1 = pikkedonker 2= kattenkwaad, 3= berenhol, 4= reuzespannend
D
1= pikkendonker, 2= kattekwaad 3 = berehol, 4 = reuzenspannend

Slide 19 - Quiz

Samenstellingen met een tussenklank-s

Je schrijft de tussenklank-s als je die hoort in de samenstelling.

  • Dorp + gek = dorpsgek

  • Dorp + straat = dorpsstraat

Slide 20 - Slide

Als het tweede deel van de samenstelling begint met een 's', hoor je niet of er een tussenklank-s moet staan.


Vervang dan tweede deel door een ander woord.
  • Station + straat

  • Meisje + speelgoed

  • voorjaar + show

  • bruid + sluier

Slide 21 - Slide

Wat zijn de regels bij tussenletters?
Er zijn diverse vormen van samenstellingen:
- Geen tussenletter                     telefoonhoesje - tafelpoot
- Tussenletters -en-                    bloemenwinkel - leerlingenraad
- Tussenletter -e-                         apetrots - gemeentebestuur
- Tussenletters -s-                       koningszoon - personeelschef


Belangrijk: het eerste deel van de samenstelling bepaalt de regel!


Slide 22 - Slide

Soms schrijven we samenstellingen verkeerd...
omdat we bij het Engels gewend zijn samenstellingen los te schrijven.

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide