Herhaling grammatica (het werkwoord)

Herhaling grammatica (het werkwoord)
1 / 32
next
Slide 1: Slide
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Herhaling grammatica (het werkwoord)

Slide 1 - Slide

Je krijgt: 
een aantal vragen over de Griekse grammatica, en ook de grammatica die je dit jaar (en vorig jaar) behandeld hebt.

Hoeveel weet jij nog???

Slide 2 - Slide

Eerst
krijg je een aantal rijtjes te zien.

Daarna: komt de vraag welk grammaticaal ding dit is.

Slide 3 - Slide

VRAAG 1: 
-οιμι   -οιμην
-οις  -οιο
-οι   -οιτο
-οινεν  -οιμεθα
-οιτε  -οισθε
-οιεν   -οιντο

Slide 4 - Slide

Wat voor werkwoordsvormen zijn dit?
A
conjunctivus
B
optativus
C
perfectum
D
aoristus passief

Slide 5 - Quiz

De optativus 
Vorming: stam + οι/ει/αι + uitgangen

Slide 6 - Slide

VRAAG 2: 
-σω             -σομαι
-σεις          -σει
-σει          -σεται
 -σομεν      -σομεθα
-σετε         -σεσθε
 -σουσι(ν)   -σονται

Slide 7 - Slide

Welke werkwoordsvormen zijn dit?
A
conjunctivus
B
aoristus passief
C
futurum
D
alfa-werkwoord

Slide 8 - Quiz

Het (sigmatisch) futurum
Toekomstige tijd.
Vorming: stam + s + praesensuitgang

Slide 9 - Slide

het futurum van νομιζω is
A
νομιζσω
B
νομιξω
C
νομιῶ
D
νομιζῶ

Slide 10 - Quiz

In sommige boeken heet dit het 'ε-futurum'. Wat is hiervoor onze benaming?
A
asigmatisch futurum
B
attisch futurum
C
ionisch futurum
D
archaisch futurum

Slide 11 - Quiz

het participium futurum vertaal je vrijwel altijd ..

Slide 12 - Open question

In deze gevallen komt het εfuturum voor:
A
bij ww. met een stam op dentaal
B
bij ww. met een stam op ε
C
bij ww. met een stam op μλνρ
D
bij ww. met een stam op ιζω

Slide 13 - Quiz

ik zal zeggen
ik zal zijn
ik zal horen
ik zal leren kennen
ik zal (ver)schijnen
ik zal vallen
ἀκουσομαι
φανησομαι
ἐσομαι
πεσουμαι
ἐρω 
γνωσομαι

Slide 14 - Drag question

μενεῖτε
A
jullie blijven
B
blijf!
C
jullie zullen blijven
D
jullie bleven

Slide 15 - Quiz

βουλησομενος
A
wanneer ik zal besluiten
B
wanneer ik zal willen
C
om te willen
D
om te besluiten

Slide 16 - Quiz

σχησομεν
A
ik zal hebben
B
ik zal krijgen
C
wij zullen hebben
D
wij zullen krijgen

Slide 17 - Quiz

μελησει μοι
A
het zal mij interesseren
B
ik zal willen
C
ik zal van plan zijn

Slide 18 - Quiz

VRAAG 3:
-ω      -ωμαι
-ᾳς     -ᾳ
-ᾳ     -αται
-ωμεν  -ωμεθα
-ατε  -ασθε
-ῶσι(ν) -ωνται

Slide 19 - Slide

Wat voor werkwoordsvormen zijn dit?
A
conjunctivus
B
alfa-werkwoorden
C
aoristus passief
D
perfectum

Slide 20 - Quiz

Alfa-werkwoorden
samentrekking van bindvocaal met alfa in werkwoordsstam

Slide 21 - Slide

VRAAG 4:
-ω       -ωμαι
-ῃς      -ῃ
-ῃ       -ηται
-ωμεν   -ωμεθα
-ητε     -ησθε
-ωσι(ν)  -ωνται

Slide 22 - Slide

Wat voor werkwoordsvormen zijn dit?
A
perfectum
B
praesens
C
conjunctivus
D
aoristus passief

Slide 23 - Quiz

Conjunctivus
Vorming: 
Stam + (verlengd) bindvocaal + uitgangen

Slide 24 - Slide

VRAAG 5: 
-θην
-θης
-θη
-θημεν
-θητε
-θησαν

Slide 25 - Slide

Welke werkwoordsvormen zijn dit?
A
aoristus passief
B
perfectum
C
sigmatische aoristus
D
conjunctivus

Slide 26 - Quiz

Aoristus passief
Vorming:
ε + stam + θ + uitgang

Slide 27 - Slide

VRAAG 6: 
-ω -μαι
-εις -σαι
-ει -ται
-ομεν -μεθα
-ετε -εσθε
-ουσι(ν) -οντο 

Slide 28 - Slide

Welke werkwoordsvormen zijn dit?
A
praesens indicativus
B
imperfectum indicativus
C
sigmatische aoristus indicativus
D
thematische aoristus indicativus

Slide 29 - Quiz

VRAAG 7: 
-ων -ουσα -ον
-οντος -ουσης -οντος
-οντι -ουσῃ -οντι
-οντα -ουσην -ον
-οντες -ουσαι -οντα
-οντων -ουσων -οντων 
-ουσι(ν) -ουσι(ν) -ουσι(ν) 
-οντας -ουσας -οντα 

Slide 30 - Slide

Welke werkwoordsvormen zijn dit?
A
participium aoristus
B
participium praesens
C
genitivus absolutus
D
participium futurum

Slide 31 - Quiz

Participium praesens
Mannelijk en onzijdig: volgens rijtjes gemengde groep
Vrouwelijk: volgens rijtjes vrouwelijke zelfstandige naamwoorden zoals η μαχη

Slide 32 - Slide