Lezen hoofdstuk 3

Lezen hoofdstuk 3
Signaalwoorden en verbanden  
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

This lesson contains 10 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Lezen hoofdstuk 3
Signaalwoorden en verbanden  

Slide 1 - Slide

Vorige les 
Besproken verbanden in de vorige les. 

- Opsomming 
- Tegenstelling
- Reden 
-Voorbeeld 


Slide 2 - Slide

Lesdoel 
  • Signaalwoorden herkennen en koppelen aan verbanden  
  • Je kent de bijbehorende verbanden: opsomming, tegenstelling, reden en voorbeeld 
  • Je kunt bij ieder verband  min. 1 signaalwoord noemen

Slide 3 - Slide

De verbanden en bijbehorende signaalwoorden 

  • Voorbeeld
    bijvoorbeeld, voorbeeld, als, zo
Mama heeft diverse schoenen, bijvoorbeeld haar sneakers. 

  • Opsomming
    ook, verder, bovendien, nog, daarnaast, ten eerste.. ten tweede
Ik heb verschillende hobby's: lezen, tuinieren en vissen. Ook vind ik reizen erg leuk!
     

Slide 4 - Slide

De verbanden en bijbehorende signaalwoorden 

  • Tegenstelling
    maar, daarentegen, echter  
Ik houd niet van vliegen, maar ga wel graag op reis. 

  • Reden 
     omdat, want, daarom, immers 
We gaan niet zwemmen, omdat het erg druk is in het zwembad. 
     

Slide 5 - Slide

zelfstandig werken 
Maak opdracht 1 tot 2 
(5 tot 10 min.)

Slide 6 - Slide

zelfstandig werken 
Maak opdracht 3 tot 4 
(5 tot 10 min.)

Slide 7 - Slide

Kahoot!

Slide 8 - Slide

huiswerk 
Weektaak 14 

Slide 9 - Slide

Evaluatie

Slide 10 - Slide