2E tekststructuur en verbanden 1.3 (les 2)

Welkom bij Nederlands!

Telefoon thuis of in de kluis

Op tafel: leesboek + boek KERN, schrift, pen (of etui)

Kauwgum in de prullenbak

boek lezen 

Vandaag

signaalwoordenspel

Huiswerk bespreken

pauze

maken/huiswerk

Afsluiting

Lesdoel 

Lesdoel:

• Je oefent met het herkennen van de structuur van een tekst en met de  verbanden in een tekst.

Bedenk tijdens het voorlezen:

1) wat voor verschil is er tussen deze twee teksten?

2) hoe komt dit?

Weet je het nog ?

Wat is de vaste structuur van een tekst ?

Waardoor worden verbanden tussen zinnen, alinea's of zinsdelen aangegeven?

Bij welk verband horen de signaalwoorden net als, alsof,evenals,eveneens ?

Welke signaalwoorden horen bij het tegenstellend verband ?

Huiswerk bespreken

Maak blz 16/17  opdracht 3 tot en met 11

Leer blz 17 : de eerste 5 verbanden

Signaalwoordenspel

Je gaat in viertallen het signaalwoordenspel spelen:

•  speler 1 pakt het lesboek en noemt een tekstverband
•  Speler 2 noemt een signaalwoord dat bij dit verband hoort
• Speler 3 bedenkt een zin waarin dit signaalwoord gebruikt wordt
• Speler 4 schrijft deze zin op,markeert of onderstreept het signaalwoord en noteert het tekstverband erbij.

Wissel hierna van rol, zodat steeds iemand anders een zin moet bedenken

Korte pauze.......

Maken /huiswerk

Maak blz 19 opdracht 8 tot en met 12

Leer de laatste 5 verbanden op blz 17 ( voorwaarde tot en met samenvatting)

Zorg dat je drillsteroefeningen van hoofdstuk 1, paragraaf 1,2,3 allemaal op 100 procent staan

Ik weet uit welke onderdelen een tekststructuur bestaat en welke verbanden in een tekst kunnen voorkomen.
Ik kan de structuur van en de verbanden in een tekst herkennen.

0100

EINDE LES