intro H4

Hoofdstuk 4
1 / 19
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 4

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 4

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Wat is het brutoloon?
A
Het loon dat op je rekening komt te staan.
B
Het loon dat naar de belasting gaat.
C
Je loon voor aftrek van belasting en andere bedragen.

Slide 3 - Quiz

Een vaste baan is:
A
Vaste uren, onbepaalde tijd
B
Vaste uren, bepaalde tijd
C
Flexibele uren, onbepaalde tijd
D
Flexibele uren, bepaalde tijd

Slide 4 - Quiz

Wat is een arbeidsovereenkomst?
A
Een groep bedrijven die hetzelfde doen
B
Werk bij een uitzendbureau
C
Een afspraak tussen werkgever en werknemer.
D
Een afspraak tussen klant en verkoper

Slide 5 - Quiz

Wat is een arbeidstijdenwet?
A
Wet met regels voor werk en rusttijden
B
Wet waarin staat dat je mensen niet verschillend mag behandelen op basis van hun geslacht, ras leeftijd of afkomst
C
Wet met regels voor veilige en gezonde arbeidsomstandigheden
D
Afspraken over onder andere de werkzaamheden, de werktijden en het loon in je baan

Slide 6 - Quiz

Scholing is ......
A
De vervelende regel dat je naar school moet tot je 18e.
B
Een opleiding waarin je leert voor een baan.
C
Meerdere scholen bij elkaar.
D
Een school van de ING-bank.

Slide 7 - Quiz

Wat is een voltijdbaan?
A
Je werkt meer dan 36 uur per week
B
Je werkt minder dan 36 uur per week
C
Je werkt minder dan 60 uur per week
D
Je werkt meer dan 60 uur per week

Slide 8 - Quiz

Wat is een deeltijdbaan?
A
Je werkt meer dan 36 uur per week
B
Je werkt minder dan 36 uur per week
C
Je werkt minder dan 60 uur per week
D
Je werkt meer dan 60 uur per week

Slide 9 - Quiz

Wat is een technologische ontwikkeling?
A
Nieuwe kennis van de techniek en nieuwe uitvindingen
B
Hulpmiddelen die gebruikt worden om te produceren.
C
Kapitaalgoederen kopen waarmee je kunt produceren
D
Alle bedrijven die vooruitgang nastreven.

Slide 10 - Quiz

Wat is een tijdelijke baan
A
Een baan waarbij je alleen in de ochtend moet werken
B
Een baan waarbij je alleen in het weekend moet werken
C
Een baan voor bepaalde tijd
D
Een baan voor onbepaalde tijd

Slide 11 - Quiz

Als je niet werkt, ben je nog niet werkloos. Wanneer ben je wel werkloos?
A
Je bent actief op zoek naar werk.
B
Je hebt geen baan.
C
Je bent tussen de 15 en de pensioenleeftijd.
D
Je voldoet aan alle drie voorwaarden (A+B+C)

Slide 12 - Quiz

Nettoloon is ...
A
hetzelfde als brutoloon
B
hoger dan het brutoloon
C
het brutoloon min belastingen en premies

Slide 13 - Quiz

arbeidsovereenkomst

Slide 14 - Mind map


Slide 15 - Open question

Noem een voordeel en een nadeel van een voltijdbaan.

Slide 16 - Open question


Slide 17 - Open question


Slide 18 - Open question

Slide 19 - Video