Woensdag 23.06.21

Montag, den 22. Juni 2021

Logo sehen
Wiederholen - Wörter und Grammatik
Hör- und Sehübung
Hausaufgaben

1 / 37

Slide 1: Slide

DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Lesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Montag, den 22. Juni 2021

Logo sehen
Wiederholen - Wörter und Grammatik
Hör- und Sehübung
Hausaufgaben

Slide 1 - Slide

www.zdf.de

Slide 2 - Link

Übersetze:

1. Maria heeft de verantwoording voor het zakgeld

2. Welke broek ruilen jullie?

3. Ik weet niet of (ob) het geld op de (auf + 3) bankrekening voldoende is voor dit jurkje.

4. De schoenen zijn groen en zijn perfect.

5. Peter en Maria kunnen niet met het geld omgaan.

6. De spullen in de supermarkt zijn duur.

7. Ik kan niet met geld omgaan daarom werk ik in een winkelcentrum.

timer

10:00

Slide 3 - Slide

Übersetze:

1. Maria die Verantwortung für ihr Taschengeld.

2. Welche Hose tauscht ihr um?

3. Ich weiß nicht ob das Geld auf dem Konto für dieses Kleid reicht.

4. Die Schuhe sind grün und sind makellos.

5. Peter und Maria können nicht mit dem Geld umgehen.

6. Die Sachen im Supermarkt sind teuer.

7. Ich kann nicht mit Geld umgehen deshalb arbeite ich im Einkaufszentrum.

Slide 4 - Slide

Welches Wort suche ich?

1. Will etwas im Geschäft kaufen -

2. Für meine Einkäufe brauche ich eine ... -

3. Peter hat eine Hose gekauft aber sie passt ihm nicht. Er bekommt sein .... zurück oder er bekommt ein ....

4. Dieses Kleid ist nicht teuer, es ist .....

5. Er muss lange in der ..... stehen. Viele Leute wollen dieses Produkt kaufen.

Slide 5 - Slide

Welches Wort suche ich?

1. Will etwas im Geschäft kaufen - der Kunde

2.Für meine Einkäufe brauche ich eine ... - Tüte

3. Peter hat eine Hose gekauft aber sie passt ihm nicht. Er bekommt sein .Geld... zurück oder er bekommt ein ....Guthaben.

4. Dieses Kleid ist nicht teuer, es ist .....preiswert / ein Schnäppchen

5. Er muss lange in der ..SCHLANGE... stehen. Viele Leute wollen dieses Produkt kaufen.

Slide 6 - Slide

WELCHES WORT PASST?

1. Ich trage gerne Schmuck / Taschengeld

2. Der Laden / das Praktikum ist ab 9.30 geöffnet / pleite

3. Der Verkäufer / der Preis kan nicht mit dem Geld umgehen.

4. Diese Bluse ist grün / Gründer.

5. Das Geld wurde von meinem Konto bar bezahlt / abgebucht.

6. Ich will mein Taschengeld aufbessern und deshalb passe ich auf die Kinder auf / ziehe ich mich an.

Slide 7 - Slide

Vervoeg door personen:

spielen arbeiten reisen zeichnen

ich

er/sie/es

wir

ihr

sie/Sie

timer

4:00

Slide 8 - Slide

Vervoeg door personen:

spielen arbeiten reisen. zeichnen

ich spiel e arbeit e reis e. zeichn e

du spiel st arbeit e st reis t zeichn e st

er/sie/es spiel t arbeit e t reis t. zeichn e t

wir spiel en arbeit en reis en zeichn en

ihr spiel t arbeit e t reis t zeichn e t

sie/Sie spiel en arbeit en reis en zeichn en

Slide 9 - Slide

Vervoeg door personen:

haben sein werden

ich

er/sie/es

wir

ihr

sie/Sie

timer

3:00

Slide 10 - Slide

Vervoeg door personen:

haben sein werden

ich habe bin werde

du hast bist wirst

er/sie/es hat ist wird

wir haben sind werden

ihr habt seid werdet

sie/Sie haben sind werden

Slide 11 - Slide

Und jetzt Üben wir

Slide 12 - Slide

duitsleren.org

Slide 13 - Link

duitsleren.org

Slide 14 - Link

Jetzt machen wir Übung

21 - Sehen

Slide 15 - Slide

Jetzt machen wir Übung 21

1 B

2 A

3 B

4 A

5 A

Slide 16 - Slide

Jetzt machen wir Übung 22

Slide 17 - Slide

Jetzt machen wir Übung 22

1 C

2 C

3 B

4 C

5 A

Slide 18 - Slide

Übung 14

Slide 19 - Slide

Übung 14

1 Stap 1 is solliciteren, stap 2 is een proeftijd van zes maanden.

2 Het runnen van een website waarop verhuurders milieuvriendelijke vakantiewoningen kunnen aanbieden en verkoop van appelsap uit eigen “productie”: ophalen en naar een verwerkingsbedrijf brengen en vervolgens verkoop van het sap bij feesten. 3 vier 4 Ze leren de werkwijze van andere coöperaties kennen; ze leert voortdurend nog nieuwe dingen.Aufgabe 14 (Schüler als Chefs)1Tierfutter-Theke: Door een vraag van hun docente kwamen de leerlingen erachter dat het dierenvoer slechte dingen bevat. Ze dachten dat ze het zelf beter konden maken. Happy healthy: Drie leerlingen waren van mening dat er in hun schoolkantine gezonde dingen ontbraken. 2Tierfutter-Theke: een moeder van een leerling en klanten die via internet besteld hebben.Happy healthy: leerlingen van de school en mensen uit de stad Waren.

3 Hun begeleidster heeft hen geleerd hoe je de boekhouding doet.

4 Eine Mutter

Vertaling: Een moeder vroeg ons zelfs nogal snel om ‘een nieuwe lading`/ om meer/aanvulling/herbevoorrading

Slide 20 - Slide

Jetzt machen wir Übung 24; 28; 29;

Slide 21 - Slide

Jetzt machen wir Übung 24

1 das Taschengeld - het zakgeld 2 die Geldquelle - de geldbron

3 bisschen - beetje 4 der Supermarkt - de supermarkt

5 die Leidenschaft - de passie 6 anziehen - aantrekken, aandoen

7 der Nebenjob - de bijbaan 8 ziemlich - behoorlijk, redelijk

Slide 22 - Slide

Jetzt machen wir Übung 28

1 Bank bank (om op te zitten) bank (voor geldzaken)

2 Kohle steenkool, kolen geld (omgangstaal)

3 Tafel schoolbord reep (bijv. een reep chocola)

4 Leiter leider (der) ladder (die)

5 Gericht gerecht (eten) rechtbank

6 Schlange slang (dier) rij (om in te wachten)

7 Steuer stuur (das) (van fiets of auto) belasting (die)

8 Gummi plastic gum

Slide 23 - Slide

Jetzt machen wir Übung 29

A 1 Schlange 2 Ruf 3 bar zahlen 4 warnen 5 verwenden

6 schließlich 7 üblich 8 anbieten

B Spel.

Volgende les oefen - Toets

Slide 24 - Slide

Jetzt sehen wir uns einen Film mit Fragen an.

Du sollst während des Sehens die Fragen beantworten.