De opdracht, deel 2 (i.p.v. de Eigenwijzer)
1. Hoe sluiten mijn lessen aan bij (een van) de ontwikkelingsgebieden van de leerlingen in mijn klas? (max 200 woorden);
2. Hoe sluiten mijn lessen aan op de leefwereld van de kinderen uit mijn klas? (max 200 woorden);
3. Hoe sluiten mijn lessen aan bij de zone van actuele en naaste ontwikkeling van de kinderen uit mijn stageklas? (max 200 woorden);
4. Hoe gebruik ik de theorie die ik op de pabo heb geleerd, in het ontwerp van mijn lessen? (max 200 woorden)
5. Op welke manier heb ik gebruik gemaakt van activerende werkvormen bij het ontwerpen van de lessen voor mijn stageklas? (max 200 woorden);
6. Geef in het schema aan welke lessen je hebt gebruikt bij het beantwoorden van de vragen. Zorg voor een evenredige verdeling!! Is dit niet het geval, pas dan aan, zodat de verdeling over de vakken eerlijk is.