Werkwoordspelling theorie

Herhalen werkwoordspelling
Bladzijde 272
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Herhalen werkwoordspelling
Bladzijde 272

Slide 1 - Slide

Wat zijn de spellingsregels van de persoonsvorm tegenwoordige tijd ev?

Slide 2 - Open question

Wat zijn de spellingsregels van de persoonsvorm tegenwoordige tijd mv?

Slide 3 - Open question

PVTT
Ik-vorm + t

Behalve bij:
- ik als onderwerp
- je / jij erachter (en je kan ze in elkaar veranderen)
- gebiedende wijs

Slide 4 - Slide

Wat zijn de spellingsregels van de persoonsvorm verleden tijd (zwak)?

Slide 5 - Open question

Wat zijn de spellingsregels van de persoonsvorm verleden tijd (sterk)?

Slide 6 - Open question

PVVT
1. Hele werkwoord - en
2. Kijk naar de laatste letter. Zit die in 't ex-kofschip?
3.  Ja --> ik-vorm+te
      Nee--> ik-vorm+de
4. Staat het onderwerp in het meervoud? +n

Slide 7 - Slide

Wat zijn de spellingsregels van het bijvoeglijk naamwoord?

Slide 8 - Open question

BN
Zo kort mogelijk!
Bij een stof schrijf je altijd een -n. 
Hoor je bij het voltooid deelwoord een -n? Dan schrijf je hier ook een -n.

Slide 9 - Slide

Wat zijn de spellingsregels van het voltooid deelwoord?

Slide 10 - Open question

VD
Hoor je een t-klank?

1. Hele werkwoord - en
2. Kijk naar de laatste letter. Zit die in 't ex-kofschip?
3. Ja --> ik-vorm+t
      Nee--> ik-vorm+d


Slide 11 - Slide