woensdag 2 feb elek in huis les 3 start §3

ONLINE LES
Geluid uit 
Camera aan
Vragen in eerste instantie via de chat
1 / 34
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

ONLINE LES
Geluid uit 
Camera aan
Vragen in eerste instantie via de chat

Slide 1 - Slide

Laat met formule en berekening zien wat het vermogen van een soldeerbout is als je weet dat deze werkt op een spanning 230 V en een stroomsterkte heeft van 0,21A.

Slide 2 - Open question

Vermogen




Netspanning is 230 Volt.  Een aangesloten apparaat 
heeft een vermogen van 460W. Wat is de stroomsterkte?
I = P / U       I = 460 / 230      I = 2A

Slide 3 - Slide

Laat met formule en berekening zien wat de stroomsterkte door een waterkoker is als deze op netspanning is gesloten en een vermogen van 1200 W heeft.

Slide 4 - Open question

Terugblik
 Afronden §1
 Start §2
          AC / DC
          Rekenen met vermogen

Slide 5 - Slide

Vandaag
 Check vorige les
 Maken van §2 5-6-8-9
Start §3

Slide 6 - Slide

Nu ...
 
samen (online) Maken van §2 5-6-8


Slide 7 - Slide

5. Bij Petra thuis staan de wasmachine, de koelkast, het koffiezetapparaat en de televisie tegelijk aan.

a. Hoe zijn deze apparaten geschakeld?

A
serie
B
parallel

Slide 8 - Quiz

b Hoe kan Petra laten zien dat dat zo is?

Slide 9 - Open question

6. Amy is huiswerk aan het maken. Als het donker begint te worden, drukt ze op de schakelaar van haar bureaulamp. Tot haar ergernis gaat de lamp niet aan. Ze wil nagaan wat de oorzaak is.
a Eerst kijkt ze naar buiten. Overal in de straat branden lampen in de huizen.
Wat is dus in elk geval niet de oorzaak?

Slide 10 - Open question

Amy kijkt op haar telefoon die aan de lader ligt. Die is nog gewoon aan het opladen.

b Welke twee oorzaken kan ze dus ook uitsluiten?

Slide 11 - Open question

c Wat moet dus de oorzaak zijn?

Slide 12 - Open question

d Hoe kan Amy testen of dit echt de oorzaak is?

Slide 13 - Open question

8. Herman wil een ouderwetse lamp die in de huiskamer aan het plafond hangt vervangen door een moderne. Daarvoor moet hij de draden van de lamp losmaken van de installatiedraden in het lichtpunt.

a Welke kleur hebben de installatiedraden in het lichtpunt?
A
Rood
B
Zwart
C
Blauw
D
Bruin

Slide 14 - Quiz

b Op welke draad staat normaal gesproken spanning als de lamp uit is?
A
zwart
B
blauw
C
allebei
D
op geen van beide

Slide 15 - Quiz

c Op welke draad staat normaal gesproken spanning als de lamp aan is?
A
zwart
B
blauw
C
allebei
D
op geen van beide

Slide 16 - Quiz

d Leg uit of er spanning op die draad staat als de lamp tijdens het branden plotseling kapotgaat.

Slide 17 - Open question

ONLINE LES
Microfoon uit 
Camera aan
Vragen in eerste instantie via de chat

Slide 18 - Slide

Terugblik
samen §2 afgerond met vragen

Slide 19 - Slide

Vandaag
start §3
opnieuw vermogen
maar nu ook energie en prijs

Slide 20 - Slide

§3

Slide 21 - Slide

Leerdoelen
1.3.1 Je kunt uitleggen wat wordt bedoeld met het vermogen van een apparaat.
1.3.2 Je kunt berekeningen uitvoeren met spanning, stroomsterkte en vermogen.
1.3.3 Je kunt uitleggen hoe het verbruik van elektrische energie in huis wordt gemeten.
1.3.4 Je kunt het energieverbruik van elektrische apparaten berekenen in kWh.
1.3.5 Je kunt berekenen hoeveel je voor de verbruikte elektrische energie moet betalen.

Slide 22 - Slide

een lamp gebruikt ....

Slide 23 - Slide

energieverbruik meten

Slide 24 - Slide

energieverbruik berekenen

Slide 25 - Slide

voorbeeld
Waterkoker heeft vermogen van 1200W.
Deze staat 5 minuten aan.
Hoeveel energie in Joule heeft deze verbruikt?

E  =  P  .   t
E  =  1200  .  ( 5x60 )
E  =  360 000  J

Slide 26 - Slide

voorbeeld
Waterkoker heeft vermogen van 1200W.
Deze staat 5 minuten aan.
Hoeveel energie in KWh heeft deze verbruikt?

E  =  P  .   t
E  =  1,2  .  ( 5 / 60 )
E  =  0,1  KWh

Slide 27 - Slide

voorbeeld
E = P . t
E = 1200 . ( 5x60 )
E = 360 000 J
1 KWh = 3,6. 105J                                                    
E  =  P  .   t
E = 1,2 . ( 5 / 60 )
E = 0,1 KWh

Slide 28 - Slide

voorbeeld
E  =  P  .   t
E  =  1,2  .  ( 5 / 60 )
E  =  0,1  KWh

stel dat 1 KWh € 0,18 kost.
Wat moet je dan betalen voor het gebruik van de waterkoker?
0,1 . €0,18 = € 0,0018 

Slide 29 - Slide

Spanning wordt uitgedrukt in...
A
Watt
B
Ampere
C
Joule
D
Volt

Slide 30 - Quiz

Vermogen wordt uitgedrukt in...
A
Watt
B
Ampere
C
Joule
D
Volt

Slide 31 - Quiz

Energie wordt uitgedrukt in...
A
Watt
B
Ampere
C
Joule
D
Volt

Slide 32 - Quiz

Met welke formule bereken je de verbruikte hoeveelheid energie?
A
P = E . U
B
E = P . t
C
U = P / I
D
t = P . U

Slide 33 - Quiz

Laat met formule en berekening zien wat de hoeveelheid verbruikte energie in KWh is als het apparaat een vermogen heeft van 2500W en 90 minuten aanstaat.

Slide 34 - Open question