spelling Engelse werkwoorden

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

spelling Engelse werkwoorden

Hans (surfen) vaak op de Geffense Plas.

1. surft
2. surfet
3. surfd
4. surfed

Tijn (surfen) vroeger ook vaak op zee.

1. surfte
2. surfete
3. surfde
4. surfede

Julian (racen) graag door de bossen met zijn mountainbike.

1. ract
2. race
3. racet
4. raced

De crossmotor (jumpen) over de heuvels.

1. jumped
2. jumpt
3. jumpd
4. jumpet

De aannemer (deleten) alle bestanden over de bouwfraude.

1. delete
2. deleet
3. deleete
4. deletet

De aannemer deletet alle bestanden over de bouwfraude. Leg uit waarom je "deletet" in deze zin op deze manier moet spellen.

Nu nog een keer de pvtt:

Mijn moeder (barbecuen) het vlees en (showen) het daarna aan mijn vader.

1. barbecued - showt
2. barbecued - showed
3. barbecuet - showt
4. barbecuet - showet

Nu de pvvt:
Sara (lunchen) vorig jaar altijd met haar vriendinnen in de stad.

1. luncht
2. lunchte
3. lunchtte
4. lunchten

De leraar (printen) eerst de rapportcijfers. (pvvt)

1. print
2. printte
3. printe
4. printen

Daarna (deleten) hij alle bestanden. (pvvt)

1. deletete
2. deleete
3. deletet
4. deleetet

Daarna deletete hij alle bestanden.
Leg uit waarom "deletete" zo gespeld moet worden.

Vul de voltooid deelwoorden in:
Mijn moeder heeft vlees (barbecuen) en heeft het daarna (showen) aan mijn vader.