7.1 Stofeigenschappen

1 / 32
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 32 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

7.1 Stofeigenschappen

Slide 2 - Slide

Lesdoel
Rekenen met de formule van dichtheid.
Uitleggen aan welke stofeigenschappen je een stof kan herkennen.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Stofeigenschappen
Eigenschappen waaraan je een stof kan herkennen;
- geur, kleur, smaak, kookpunt, smeltpunt, geleidbaarheid stroom, oplosbaarheid, dichtheid, hardheid.




Slide 5 - Slide

GEEN stofeigenschappen
Massa, volume, lekker, gewicht, lengte.

Hieraan kun je niet zien welke stof het is.

Slide 6 - Slide

Formule voor dichtheid

dichtheid = massa : volume



ρ = m/V



 



ρ = dichtheid (g/cm3)



m = massa (g)



V = volume (cm3)

Slide 7 - Slide

De onderdompelmethode

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Belang van het lesdoel
Stoffen sneller herkennen. Geen zout in de koffie.....
Je practicum dichtheid beter uitvoeren.
Opdrachten met de dichtheid en stofeigenschappen zitten vaak in het examen.

Slide 10 - Slide

Controlevragen
Noteer uit het rijtje de stofeigenschappen.

Geur, massa, volume, dichtheid, lengte, kleur, massa, gewicht, roest wel.

Slide 11 - Slide

Controlevragen
Schrijf de formule van de dichtheid om naar:
m =...... 
V = ......

Reken om:   1g/cm3 = .....kg/m3

Slide 12 - Slide

Controlevragen

Een maatcilinder is met 10mL water gevuld.
Er wordt voorzichtig een ring in het water gedaan.
De maatcilinder is dan tot 10,3 ml gevuld.

a) Wat is het volume van de ring?

b) De massa van de ring is 5,8g, wat is de dichtheid van de ring?

c) Gebruik het Binas. Is de ring wel of niet van goud? Waarom? 

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Controlevragen
Bereken het volume van 2 kg zilver.

Slide 15 - Slide

Geg:
m = 2000 g
ρ = 10,5 g/cm3

Gevr: V

Opl:

V = m/ ρ
V = 2000/10,5
V = 190,5 cm3

Slide 16 - Slide

Controlevragen
Bereken de massa van een stuk koper met een volume van 25cm3. 

Slide 17 - Slide

Geg:
V = 25 cm3
ρ = 8,96 g/cm3

Gevr: m

Opl:
m = V x ρ
m = 25 x 8,96
m = 224 g

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

7.3

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

7.4 Chemische reacties

Bij elke chemische reactie verdwijnt er minstens 1 stof. Er ontstaat ook minstens 1 stof.


Een chemische reactie is ook niet terug te draaien. Als je een eitje bakt, kun je hem niet meer terug in zijn originele vorm krijgen. Een ijsklontje kun je steeds opnieuw bevriezen en smelten. Dit is een faseovergang.



Slide 24 - Slide

Verbranding

Als een stof snel en met vlammen reageert met zuurstof uit de lucht, zeg je dat die stof verbrandt.


Er zijn 3 brandvoorwaarden:

Slide 25 - Slide

Corrosie
Veel metalen worden aangetast door stoffen in de lucht zoals zuurstof (O2) en water (H2O). Dat noem je corrosie.

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Video

Slide 28 - Slide

Reactieschema

In een reactieschema zet je de beginstoffen  vóór de pijl

In een  reactieschema zet je de  reactieproducten na de pijl

Slide 29 - Slide

Reactieschema voor verbranding:


brandstof + zuurstof -->  reactieproducten

Slide 30 - Slide

reactieschema

glucose + zuurstof ➡️ koolsofdioxide + water + energie
(brandstof)         (verbrandingsproducten)

Slide 31 - Slide

Soorten reacties

- Verbrandingsreactie (met zuurstof)

- Ontledingsreactie (1 stof voor de pijl, meerdere achter de pijl)


Een fase overgang is geen reactie, deze is omkeerbaar.


Slide 32 - Slide