Taalcompleet A2 boek

Maandag 2 november
- Toets thema 4
- Paragraaf 5.2
- Paragraaf 5.3
1 / 38
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 6 min

Items in this lesson

Maandag 2 november
- Toets thema 4
- Paragraaf 5.2
- Paragraaf 5.3

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Link

Slide 3 - Link

Slide 4 - Link

Paragraaf 5.2
Ik kan informatie over roosters en vakantiedatums lezen en begrijpen.

Slide 5 - Slide

het informatiebord

Slide 6 - Mind map

Opdracht 13
waar = staan
niet waar = zitten

Slide 7 - Slide

Blauwe woorden
1. Kies 5 woorden en maak daarmee een zin.
2. Laat de zin controleren door iemand anders.
3. Verander de zin (of niet).
4. Stuur de zin naar LessonUp.
Klaar? Kies nog 5 woorden.

Slide 8 - Slide

blauwe woorden thema 5.2

Slide 9 - Open question

Opdrachten
Maak opdracht 14 t/m 21

Slide 10 - Slide

Praat samen
- Waar vind jij het lesrooster?
- Hoe weet je als er iets in het lesrooster verandert?
- Waar vind je het vakantierooster?
- Wanneer is er geen les? Waarom niet?


Slide 11 - Slide

Doel: 
Ik kan informatie over roosters en vakantiedatums lezen en begrijpen. 

Slide 12 - Slide

Dictee

Slide 13 - Slide

Paragraaf 5.3
Doel:
- Ik kan informatie over cursussen en opleidingen lezen en begrijpen.
- Ik kan over een opleiding praten. 

Slide 14 - Slide

Praat samen
- Heb jij wel eens een opleiding gedaan? Welke?
- Waar en wanneer heb je die opleiding gedaan? Hoe lang duurde de opleiding? 
- Welke opleiding vind jij interessant om te doen? Waarom?
Stuur naar lesson-up

Slide 15 - Slide

Welke opleiding past bij mij?

Slide 16 - Mind map

Tekst 23
- We lezen tekst 23 en maken zinnen met de blauwe woorden.
- We maken de quizvragen.

Slide 17 - Slide

Ik maak makkelijk contact, ik ben .... en wil graag mensen helpen.
A
loyaal
B
royaal
C
sociaal
D
asociaal

Slide 18 - Quiz

Mijn vriendin en ik belden elkaar op dezelfde tijd. We belden elkaar ...
A
eigenlijk
B
erkentelijk
C
eerlijk
D
tegelijk

Slide 19 - Quiz

In december ontvang ik veel .... van winkels met kerstaanbiedingen.
A
flodders
B
folders
C
ladders
D
fladders

Slide 20 - Quiz

Veel jongens kiezen ervoor te gaan werken in de ...., bijvoorbeeld automonteur.
A
techniek
B
winkel
C
detailhandel
D
verzorging

Slide 21 - Quiz

Om goed te oefenen voor haar werk, ... zij nu ... als kapper.
A
rent stage
B
loopt stage
C
stage loopt
D
stage rent

Slide 22 - Quiz

Er wordt niet veel verkocht. Het gaat niet goed met het ....
A
bedrijf
B
boerderij
C
apparaat
D
winkel

Slide 23 - Quiz

Door een technische fout werkte het .... niet.
A
separaat
B
apparaat
C
praatpraat
D
prararaat

Slide 24 - Quiz

Met een toets .... de docent of je alles weet van thema 4.
A
decoreert
B
controleert
C
maakt
D
doceert

Slide 25 - Quiz

Bij deze opleiding leer je hoe je kapotte apparaten kunt ....
A
kraken
B
laken
C
maken
D
zaken

Slide 26 - Quiz

In de winter heb je thuis vaak de ... aan.
Anders krijg je het koud.
A
lamp
B
water
C
verwarring
D
verwarming

Slide 27 - Quiz

Vieze kleren maak je schoon in de ...
A
vaatmachine
B
afwasmachine
C
vaatwasmachine
D
wasmachine

Slide 28 - Quiz

Je leert bij de opleiding Zorg hoe je mensen moet ...
A
bezorgen
B
omzorgen
C
verzorgen
D
zorgen

Slide 29 - Quiz

Als je was uit de wasmachine komt, kan je hem ....
Dan wordt het weer glad.
A
strijken
B
rijken
C
prijken
D
bereiken

Slide 30 - Quiz

Er is weinig personeel in de zorg. De ... op een baan is dus groot.
A
praktijk
B
kans
C
sociaal
D
schilder

Slide 31 - Quiz

Corona is nog steeds niet weg. Je moet dus ... goed afstand houden.
A
beetje
B
veel
C
weinig
D
zeer

Slide 32 - Quiz

Opdracht 24

Slide 33 - Slide

Maak opdracht 25, 26, 29 en 31
- Laat je zinnen van 31 door iemand anders controleren. Verander ze (of niet). 

Slide 34 - Slide

Opdracht
27, 28, 30 en 32

Slide 35 - Slide

Doel
- Ik kan informatie over cursussen en opleidingen lezen en begrijpen.
- Ik kan over een opleiding praten. 

Slide 36 - Slide

Elfje (schrijven voor plezier)
1: Begin met een woord (opleiding)
2: Wat hoort erbij? (2 woorden)
3: Waar is het? (3 woorden)
4: Waar gaan de eerste drie regels over? (4 woorden)
5: Wat is de samenvatting? (1 woord)

Slide 37 - Slide

Bijvoorbeeld:
opleiding
voor docent
hier op school
ik leer er veel
NT2

Slide 38 - Slide