This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
1.3 Plaatgrenzen en aardbevingen
De Actieve Aarde
5 VWO
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Uit welke onderdelen bestaat de lithosfeer?
A
Uit de aardkorst.
B
Uit de aardkorst en het bovenste deel van de aardmantel.
C
Uit de aardkorst en de aardmantel.
D
Uit de aardkorst, aardmantel en kern.
Slide 3 - Quiz
De plek diep in de aardkorst waar de aardbeving begint heet...
A
Epicentrum
B
Hypocentrum
Slide 4 - Quiz
Waarmee kun je kracht van een aardbeving meten?
A
Schaal van Mercalli
B
Schaal van Richter
C
Saffir-Simpsonschaal
D
Fujitaschaal
Slide 5 - Quiz
Hoeveel krachtiger is een aardbeving van 4 op de schaal van Richter dan een aardbeving van 2 op de schaal van Richter?
A
2x
B
10x
C
100x
D
25x
Slide 6 - Quiz
Welke plaatbeweging vindt plaats bij de mid-oceanische rug?
A
Convergente plaatbeweging
B
Divergente plaatbeweging
C
Transforme plaatbeweging
Slide 7 - Quiz
Slide 8 - Slide
Welke plaatbeweging maakt de plaat tussen San Francisco en Los Angeles?
A
Convergente plaatbeweging
B
Divergente plaatbeweging
C
Transforme plaatbeweging
Slide 9 - Quiz
Welk proces wordt hier omschreven: Door opkomend magma wordt het oude stollingsgesteente opzij geduwd. Door de zwaartekracht zakt het stollingsgesteente steeds verder van de breuklijn.
A
Convectie
B
Ridge push
C
Slab pull
Slide 10 - Quiz
Slide 11 - Slide
Wat is de naam voor zo'n gebergte? En hoe heet het gedeelte bij X?
A
Breukgebergte,
X = horst
B
Breukgebergte,
X = slenk
C
Plooiingsgebergte,
X = horst
D
Plooiingsgebergte,
X = slenk
Slide 12 - Quiz
Bij convergente plaatbewegingen...
A
komt er nieuwe lithosfeer bij
B
blijft de lithosfeer gelijk
C
neemt de hoeveelheid lithosfeer af
Slide 13 - Quiz
Bij subductie...
A
duikt de continentale plaat onder de oceanische plaat.
B
duikt de ene continentale plaat onder de andere continentale plaat.
C
duikt de oceanische plaat onder de continentale plaat.
D
duikt de ene oceanische plaat onder de andere oceanische plaat.
Slide 14 - Quiz
Waar smelt magma bij een subductie?
A
Vooral in de continentale lithosfeer
B
Vooral in de oceanische lithosfeer
C
In de oceanische en de continentale lithosfeer (50-50)
Slide 15 - Quiz
Slide 16 - Slide
Waar ontstaan de meeste aardbevingen in het geval van subductie?
A
In de oceanische lithosfeer
B
Op de plek waar de ene plaat onder de andere plaat schuift
C
In de continentale lithosfeer
Slide 17 - Quiz
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Welk begrip past bij deze foto?
A
Breukgebergte
B
Plooiingsgebergte
C
Schildvulkaan
D
Stratovulkaan
Slide 20 - Quiz
Een continentale plaats is meestal jonger dan een oceanische plaat.