Introductie platentektoniek & vulkanisme


Platentektoniek en vulkanisme




Een introductie
1 / 21
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson


Platentektoniek en vulkanisme




Een introductie

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  • Endogene en exogene krachten                        (B97)
  • Platen en breuken                                              (B99/100)
  • Bewegingsrichtingen van platen                        (B101)
  • Gebergtevorming                                               (B112/113/114)
  • Reliëf                                                                  (B110)
  • Vulkanisme                                                         (B102/103)
  • Aardbevingen                                                     (106/107)

Slide 2 - Slide


Endogene - Exogene krachten
  • De aarde is een bol van gloeiend heet gesteente, 
  • Dunne aardkorst afgekoeld, vast gesteente. 
  • Dikte aardkorst onder oceanen                  -> 7 - 10 km. 
  • Dikte aardkorst onder continenten             -> 35 - 40 k.
  • Onder grote gebergten                               -> +70 km.

Exogene krachten - verandering van buiten
  • Verwering / erosie 
  • Plantengroei
  • Weer
Endogene krachten - verandering van binnen
  • Hitte / vloeibaar gesteente (magma)
  • Convectiestromen  
  • Breuken / aardbevingen


Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video


Platentektoniek
Convectiestromen

  • Warm magma stijgt op vanuit de mantel
  • Koeler magma daalt neer 

Ronddraaiende beweging van magma duwt tegen de aardkorst en zorgt voor breuken. Dit proces zorgt ook voor het bewegen van de verschillende aardplaten.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video


Platentektoniek
Wat is het verschil tussen een oceanische plaat en een continentale plaat?

  • Oceanische plaat is dunner maar zwaarder. Bestaat uit basalt gesteente 
  • Continentale plaat bestaat uit graniet

De dichtheid en de massa van de oceanische aardplaat groter dan die van de continentale aardplaat. Als een oceanische plaat op een continentale plaat botst schuift de oceanische onder de continentale plaat terug de mantel in.

Dit heeft subductie.


Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Plaatbewegingen
Divergente beweging

  • Uit elkaar
  • Op de bodem van de oceaan
  • Oceanisch rug
  • Vulkanisme

Slide 9 - Slide

Plaatbewegingen
Divergente beweging

  • Uit elkaar
  • Op land
  • Rift vallei

Slide 10 - Slide

Plaatbewegingen
Convergente beweging 

  • Naar elkaar
  • Op land
  • Plooiingsgebergte

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Plaatbewegingen
Convergente beweging 

  • Naar elkaar
  • Van oceanisch naar oceanisch
  • Subductie
  • Vulkanisme
  • Eilandenboog

Slide 13 - Slide

Plaatbewegingen
Convergente beweging 

  • Naar elkaar
  • Van oceanisch naar continent
  • Subductie
  • Vulkanisme

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Plaatbewegingen
Transforme beweging 

  • Langs elkaar
  • Zware aardbevingen


Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Vulkanen
  • Stratovulkaan - explosief
  • Schildvulkaan - effusief
  • Spleetvulkaan - effusief
  • Caldera vulkaan - voormalig explosief

Slide 18 - Slide

Aardbevingen
Epicentrum waar de aardbeving het aardoppervlakte raakt

Hypecentrum waar de aardbeving ontstaat in de aardkorst

Slide 19 - Slide

Schaal van Richter
 Wetenschappers die aardbevingen bestuderen, heten seismologen. Zij meten de trillingen van de aardkorst met een seismograaf

De Amerikaanse seismoloog Richter is bekend geworden, omdat hij een schaal heeft bedacht voor de kracht van een aardbeving. 

Bij de aller lichtste trilling staat op de schaal van Richter het getal 0. Als de trilling tien keer zo zwaar is, krijgt deze het getal 1 en als hij wéér tien keer zo zwaar is, het getal 2. Dat gaat op die manier door. Dus bij elk cijfer hoger op de schaal is de beving tien keer zo sterk als de vorige.

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide