Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord

Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, tLeerjaar 2,3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord

Slide 1 - Slide

10 minuten in stilte lezen
timer
10:00

Slide 2 - Slide

Voltooid deelwoord

Slide 3 - Mind map

Bijvoeglijk naamwoord

Slide 4 - Mind map

voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
De foto is vergroot --> de vergrote foto.
Ik verwacht hem elk moment --> de verwachte vriend.
De weg is verbreed --> de verbrede weg.


Slide 5 - Slide

Regel
Een voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord schrijf je
zo kort mogelijk!

Slide 6 - Slide

Voorbeeld
De vergrote foto      (niet vergrootte).
De verwachte vriend        (niet verwachtte).
De verbrede weg           (niet verbreedde).

Maar: Het kind is gered --> Het geredde kind. 

Slide 7 - Slide

Maar...
Als het voltooid deelwoord eindigt op -en zoals bij sterke werkwoorden. Dan eindigt een bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord óók op -en.

Slide 8 - Slide

Voorbeeld 
Zijn fiets is daar gevonden. --> De gevonden fiets.
De ouders zijn vertrokken. --> De vertrokken ouders.

Slide 9 - Slide

Trucje
Vul het vdw eerst in in deze zin:
Hij is ... 
--> hij is gevonden --> Het gevonden kind. 
--> Hij is gezocht --> De gezochte jongen. 

Slide 10 - Slide

De kinderen waren verdwaald. De ........ Kinderen

Slide 11 - Open question

Het uur is verzet. Het ...... uur.

Slide 12 - Open question

De sleutel is gezocht. De ..... sleutel.

Slide 13 - Open question

Het ijsje is gesmolten. Het .... ijsje.

Slide 14 - Open question

De crisis werd verwacht. De ..... crisis.

Slide 15 - Open question

Er is veel geld aan besteed. Het ..... geld.

Slide 16 - Open question

Het gebouw is verwoest. Het .... gebouw.

Slide 17 - Open question

Aan de slag!
Verder werken aan par.10, snel klaar? Dan door met 11.


Slide 18 - Slide

huiswerk
Huiswerk: 3 t/m 4 op blz 126 t/m 127.

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide