H 1.3 Lezen

Nederlands
Oefentoets H 1.3
Talent Max
1BK

1 / 33
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Nederlands
Oefentoets H 1.3
Talent Max
1BK

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
  1. Jullie herkennen de titel en tussenkopjes van een tekst
  2. Jullie herkennen het onderwerp van een tekst
  3. Jullie herkennen de alinea's in een tekst

Slide 2 - Slide

De letters van de titel zijn meestal kleiner gedrukt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quiz

Elke tekst heeft tussenkopjes
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quiz

Wat is het onderwerp van een tekst?
A
De titel van een tekst
B
De afbeelding bij een tekst
C
Dat waar een tekst over gaat
D
Komt niet voor in een tekst

Slide 5 - Quiz

Wat is een tussenkopje?
A
Een alinea
B
Een titel van een alinea
C
De titel
D
De bron

Slide 6 - Quiz

Wat is NIET waar?
Een alinea....
A
..begint altijd op een nieuwe regel.
B
....springt soms bij de eerste regel een beetje in.
C
......gaat over een deel van het onderwerp.
D
.....heeft altijd een tussenkopje.

Slide 7 - Quiz

Als je een tekst verkennend leest, lees je ook de titel en de tussenkopjes.

A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

Het onderwerp van de tekst bestaat uit 1 woord of een paar woorden.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

Op welke vraag moet je antwoord geven om het onderwerp van een tekst te vinden?
A
Wat is het belangrijkste stuk tekst?
B
Waarom is de tekst geschreven?
C
Waarover gaat de tekst?

Slide 10 - Quiz

Is de volgende bewering waar of niet waar?
Een stukje tekst heet een alinea.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quiz

Wat is het tussenkopje in deze tekst?

Slide 12 - Open question

The end 

Veel succes met leren en tot donderdag!

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Wat is geen activerende tekst?
A
advertentie
B
pamflet
C
pop-up
D
ingezonden brief

Slide 15 - Quiz

Een activerende tekst ...
A
wil jou als lezer vermaken
B
geeft de mening van de schrijver weer.
C
wil jou als lezer in actie brengen.
D
geeft informatie over een bepaald onderwerp.

Slide 16 - Quiz

2 Een afbeelding die een illustratie bij de tekst is

Slide 17 - Open question

3 een afbeelding die informatie toevoegt die niet in de tekst staat.

Slide 18 - Open question

4 manieren van lezen
verkennend lezen
eerste indruk, titel, plaatjes

nauwkeurig lezen
helemaal lezen om te begrijpen

zoekend lezen
zoeken naar een antwoord

studerend lezen
lezen om te onthouden

Slide 19 - Slide

Welke 4 tekstdoelen zijn er?

Slide 20 - Open question

Tekstdoel?
A
Informeren
B
Overhalen
C
Amuseren

Slide 21 - Quiz

Een tekstdoel is ...
A
het doel dat de lezer heeft met het lezen van de tekst
B
het doel dat in de tekst wordt besproken
C
het doel dat de schrijver heeft met het schrijven van teksten
D
het doel dat de schrijver wil bereiken bij de lezer

Slide 22 - Quiz

Wat is het tekstdoel?
A
informeren
B
amuseren
C
overtuigen
D
activeren

Slide 23 - Quiz


Tekstdoel?
A
Informeren
B
Activeren
C
Amuseren
D
Overtuigen

Slide 24 - Quiz

Wat is het hoofddoel van een recept?
A
activeren
B
overtuigen
C
amuseren
D
informeren

Slide 25 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een informatieve tekst?
A
Instructie
B
Ingezonden brief
C
Stripverhaal
D
Reclamefolder

Slide 26 - Quiz

Wat is een informatieve tekst
A
Een tekstvorm
B
Een tekstsoort

Slide 27 - Quiz

Wat is geen informatieve tekst?
A
leerwerkboek Talent
B
inhoudsopgave in een boek
C
ingezonden brief
D
website van de huisartspraktijk

Slide 28 - Quiz

Wat hoort bij een informatieve tekst?
A
Feiten
B
Lange zinnen
C
Meningen
D
Voorbeelden

Slide 29 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een informatieve tekst?
A
Een stripverhaal
B
reclamefolder
C
Een nieuwsbericht
D
Een filmrecensie

Slide 30 - Quiz

Wat is een informatieve tekst?
A
kookboek
B
anti-rook campagne
C
advertentie
D
recensie

Slide 31 - Quiz

Hoi leuke klas!
Nederlands, 26 januari/16 februari





Wie is dit?

Slide 32 - Slide

Sleep de tekstdoelen naar het juiste plaatje
Informeren
Activeren
Overtuigen
Amuseren

Slide 33 - Drag question