Het bijvoeglijke naamwoord

Doel
Je leert over de spelling van (stoffelijke) bijvoeglijke naamwoorden en waar je ze kunt vinden in de zin.
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Doel
Je leert over de spelling van (stoffelijke) bijvoeglijke naamwoorden en waar je ze kunt vinden in de zin.

Slide 1 - Slide

Bijvoeglijke naamwoorden
Er zijn 3 soorten bijvoeglijke naamwoorden:

  1. de 'gewone' bijvoeglijke naamwoorden. Deze schrijf je zo kort mogelijk.
  2. Stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden eindigen bijna altijd op -en.
  3. Bijvoeglijke naamwoorden die gemaakt zijn van een werkwoord.

Slide 2 - Slide

1. Gewone bijvoeglijke naamwoorden
Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord.

Het bijvoeglijk naamwoord geeft een eigenschap of kenmerk van het zelfstandig naamwoord aan. (Bijvoeglijke naamwoorden staan vaak voor een zelfstandig naamwoord maar kunnen er ook achter staan!).  

 Vb. De film is mooi en heel beroemd.

Slide 3 - Slide

2. Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord

Een bijzondere vorm van het bijvoeglijk naamwoord is het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord. Dit geeft aan van welk materiaal een voorwerp is gemaakt. Meestal eindigen stoffelijke bijvoeglijk naamwoorden op –en. 

Slide 4 - Slide

Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
Een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord vertelt je van welk materiaal iets gemaakt is.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

3. Bijvoeglijke naamwoorden (bv) die gemaakt zijn van een werkwoord.

Van werkwoorden kun je bijvoeglijke naamwoorden maken. 
Je gebruikt daarvoor het voltooid deelwoord.

Vb. Het kussende paar, het gekuste meisje, een gebroken hart.

Slide 7 - Slide

4. Bijvoeglijke naamwoorden (bv) die gemaakt zijn van een werkwoord.
Van werkwoorden kun je bijvoeglijke naamwoorden maken. 
Je gebruikt daarvoor het voltooid deelwoord.
kussen - gekuste, breken - gebroken
            
             Eindigt het voltooid deelwoord op -en dan schrijf je het                   voltooid deelwoord ook op -en!
Vb. Het kussende paar, het gekuste meisje, een gebroken hart.

Slide 8 - Slide

Even oefenen... 


Maak nu zelf opdracht 1, 2 - blz. 155
We bespreken de uitwerkingen van opdracht 1 en 2 na 5 min. klassikaal.
Klaar? Maak dan opdracht 3, 4 en 5.



timer
5:00

Slide 9 - Slide

Uitwerkingen opdracht 1 blz. 155

Slide 10 - Slide

Uitwerkingen opdracht 2 (blz. 155)

Slide 11 - Slide

Even oefenen... 


Maak nu zelf opdracht 1, 2 - blz. 155
We bespreken de uitwerkingen van opdracht 1 en 2 na 5 min. klassikaal.
Klaar? Maak dan opdracht 3, 4 en 5.



timer
10:00

Slide 12 - Slide

Uitwerkingen opdracht 3 (blz. 155)

Slide 13 - Slide

Uitwerkingen opdracht 5 (blz. 155)

Slide 14 - Slide

Uitwerkingen opdracht 4 (blz. 155)

Slide 15 - Slide

Je kunt nu

 (Stoffelijke) bijvoeglijke naamwoorden correct spellen.

Slide 16 - Slide