Introductie Geschiedenis Examenjaar Mavo 4 2024

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

Geschiedenis

Introductie 

4 MAVO (EINDEXAMEN)

Even voorstellen..

• Meneer Egberink
• Geschiedenis
  

• Schoolopleider
• Mentor 1HV1
• Rots en Water trainer
• Vraag? Mail! [e-mail] 

Leerdoelen

Aan het eind van deze les: 

• Weet je wat je nodig hebt bij deze lessen.

• Kun je uitleggen waarom geschiedenis een belangrijk vak is.
  

• Kun je uitleggen wat je bij het vak geschiedenis leert.

• Weet je hoe het school(examen)programma GS eruit ziet dit schooljaar 

• Kun je zelf historische vaardigheden uitleggen en hier voorbeelden van geven.
  

Afspraken in de les

• Wanneer ik praat zijn jullie stil. 
  
• Wanneer je wat wil zeggen/vragen steek je je vinger op en wacht je tot je wat mag zeggen/vragen. 
  
• We laten elkaar altijd uitpraten en je hebt respect voor elkaar. 
• Je huiswerk is altijd netjes af/controle kan makkelijk online gedaan worden.
• Moet je naar de WC? Gedaan tussen de lessen door!
• Oordopjes heb je bij je, alleen gebruik bij toestemming docent!

Wat heb je dit jaar nodig? 

-  Leerwerkboek en/of handboek

-- Laptop/Lesson Up

- Schrift

- Etui met spullen

Somtoday:
- Huiswerk

- Toetsen

- Praktische opdrachten

Contact:

[e-mail]

1. Open de app of via de browser(op je laptop)
2. Login op je account
3. Voer nu de klascode in 
4. Jij bent gekoppeld aan mijn lessen/modules
5. Jij kunt er altijd bij!

Een testje....

      

Koppelen 

- Politicus A wil je een gratis auto geven als hij aan de macht komt.
- Politicus B vindt dat iedereen van z'n eigen geld een auto moet kopen

1. Politicus A
2. Politicus B

- Politicus A wil je salaris geven als je het leger in gaat als 18-jarige jongen en 1 jaar dient.
- Politicus B vindt dat elke 18-jarige jongen verplicht 1 jaar onbetaald in het leger moet.

1. Politicus A
2. Politicus B

- Politicus A zegt dat het slecht gaat met het land. Maar degenen die dat veroorzaakt hebben moeten betalen voor de wederopbouw.
- Politicus B vindt dat iedereen schuldig is aan dat het slecht gaat met het land. Daarom moet arm en rijk hetzelfde betalen.

1. Politicus A
2. Politicus B

- Politicus A vindt dat jij niet teveel belasting moet betalen. De rijken moeten voor jou betalen.
- Politicus B vindt dat iedereen belasting moet betalen. Hoe meer je verdient, hoe meer je ook aan belasting moet betalen aan de regering. Soms wel tot de helft van wat je verdient.

1. Politicus A
2. Politicus B

- Politicus A vindt dat als een bedrijf winst maakt, dat het die winst moet delen met de mensen die er werken.
- Politicus B vindt dat een land economisch sterk is met veel bedrijven. Om het land aantrekkelijk te maken mag een bedrijf alle winst houden.

1. Politicus A
2. Politicus B

Overzicht van onderwerpen

• Periode 1

• Periode 2

• Periode 3

CSE 2025

Examen

• Examenblad.nl 

• Oude examens

• Exameneisen 

• 2025 --> VMBO TL --> Maatschappijvakken --> Geschiedenis--> examenprogramma
  

Soorten examenvragen

1. Open vragen

2. Bron vragen

3. Meerkeuze vragen

Examentaal

Verklaren: Verklaar hoe dat komt/ is ontstaan (oorzaken-gevolg)/ verbanden leggen

Beschrijven: benoem wat je ziet/ leest/ herkent/ hebt geleerd 

Beargumenteren: Leg uit

Let op: het aantal argumenten dat wordt gevraagd. Als er drie redenen worden gevraagd en je schrijft er vier op. Mogen alleen de eerste drie worden nagekeken. Ook al is de eerste fout en de vierde juist. 

Historische vaardigheden

Historische vaardigheden 

• Bronnen (direct-, indirect-, geschreven-, ongeschreven-)
• BAC-methode (Antwoordstructuren)
  
• Oorzaak-gevolg relaties
• Betrouwbaarheid, bruikbaarheid en representativiteit van bronnen
• Beeldanalyse 
• Chronologie (volgorde)
• Continuïteit en discontinuïteit (verandering en hetzelfde)
• Standplaatsgebondenheid (eigen standpunt)
  

Welke soorten bronnen kennen we in de geschiedenis?

Bronnen

• Door de geschiedenis heen zijn er veel bronnen overgebleven: teksten, beeldmateriaal, tekeningen, overblijfselen etc. 

• Deze gebruiken archeologen en historici om een beeld te vormen van de geschiedenis. 

• Geschreven- en ongeschreven bronnen

• Directe- en indirecte bronnen

BAC-methode

B = basis

• Kijk naar de informatie uit de vraag en bron --> onderstreep de jaartallen, begrippen, personen, gebeurtenissen die je hebt geleerd. 
• Maak een tijdscontext en een plaatscontext. Zet de informatie erbij die van belang is. 
• Stel de vraag: Wat vragen ze van je?

A = antwoord formuleren

• Hoe moet je antwoord geven? (antwoordstructuren of een doe het zo?)
• Benoem wat je hebt geleerd over dit onderwerp/begrippen, doe dit eerst op je kladblaadje!
• Maak gebruik van de informatie uit de vraag en bron!
• Heb je alle informatie opgeschreven? Formuleer dan nu je antwoord op je antwoordenblad.

C= check

• Lees de vraag nog eens goed door en check of het antwoord reeds op papier staat.
• Schrijf als conclusie in een enkele zin het antwoord op de vraag.
• Dus ... check of je antwoord voldoet; juiste aantal argumenten/ invalshoek/ etc.

Hoe kan ik de betrouwbaarheid van bronnen bepalen?

Betrouwbaarheid van bronnen

• Is de bron uit dezelfde tijd?
  

• Wie heeft de bron gemaakt en waarom?
  

• Staan er vooral feiten of vooral meningen in de bron?
  

• Kun je de informatie in de bron ook in andere bronnen vinden?
  

• Voorbeeld: Wikipedia
  

Chronologie 

• Op volgorde van tijd

• Tijdlijn 

• Voorbeeld: tijdvakken  

Wat is een oorzaak-gevolg relatie? Geef hiervan een voorbeeld.

Oorzaak-gevolg relaties

• Oorzaak --> waardoor het gebeurd

• Gevolg --> wat er vervolgens gebeurd 

• Directe - en indirecte oorzaken  
• Korte- en lange termijn gevolgen

• Voorbeeld: Eerste Wereldoorlog

Wat is standplaatsgebondenheid?

Standplaatsgebondenheid

Gebonden aan zijn/haar tijd en plaats.

• Gewoonten

• Normen en waarden

• Let op: Subjectiviteit!

Wat is continuïteit en discontinuïteit? Geef voor beide een voorbeeld.

Continuiteit en discontinuiteit 

• Anders en hetzelfde 

• Continuïteit --> hetgeen dat hetzelfde blijft

• Discontinuïteit --> hetgeen dat veranderd

• Voorbeeld: Industriële revolutie

Welk stappenplan houden we aan bij beeldanalyse?

Beeldanalyse

• 1. Lees het bronbijschrift.

• 2. Bron bekijken.
  

• 3. Inhoud herkennen.

• 4. Prent begrijpen. 
  

                                                                                                         Poster uit Nederland, 1952.

• 5. Boodschap.

In een spotprent geeft iemand zijn mening over eenpersoon of gebeurtenis. De volgende stappen helpen je om een spotprent te begrijpen.

STAP 1 Bronbijschrift lezen

Lees het bronbijschrift. Wanneer en door wie is de prent gemaakt?

STAP 2 Prent bekijken

Bekijk de spotprent en lees de toelichting. Wat doen de mensen of figuren? Welke kleren dragen ze? Welke spullen hebben ze bij zich? Staat er tekst in de prent?

STAP 3 Inhoud herkennen

Waar gaat de prent over? Aan welke gebeurtenis of ontwikkeling kun je deze koppelen? Wat weet je daarover?

STAP 4 Prent begrijpen

Wat wordt bespot? Wat wordt negatief, wat positief getoond? Zie je een overdrijving of een tegenstelling? Welke persoon of groep wordt belachelijk gemaakt?

STAP 5 Boodschap

Wat wil de tekenaar met deze spotprent zeggen? Gebruik al je antwoorden bij de vorige stappen.

Wat heb jij in de vakantie gedaan wat met geschiedenis te maken heeft? (Wees creatief!) Bespreek je antwoord met je buurman/buurvrouw.

Afsluiting

Aan het eind van deze les:

•  Weet je welke onderwerpen aan bod komen dit jaar.

• Kun je zelf historische vaardigheden uitleggen en voorbeelden van geven.
  

Fijne dag!