1.4 opbouw en indeling

Lezen, Luisteren, Kijken 

H 1.4 Opbouw en indeling (blz. 33 t/m 39)
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Lezen, Luisteren, Kijken 

H 1.4 Opbouw en indeling (blz. 33 t/m 39)

Slide 1 - Slide

Lesdoel


  • Ik weet hoe een tekst is opgebouwd. 
  • Ik weet snel de weg te vinden in een tekst.
  • Ik begrijp een tekst beter, omdat ik de opbouw snap.

Slide 2 - Slide

Wat weet je nog van:                               ?

  • Tekstdoelen: informeren, instrueren, overhalen & overtuigen.
  • Voor welk publiek is een tekst bedoeld.

Kun je snel het tekstdoel herkennen?
Hand = A open, B vuist,  C plat, D 1 vinger


Slide 3 - Slide

Advertentie op Instagram.
A
informeren
B
instrueren
C
overtuigen
D
overhalen

Slide 4 - Quiz

Nieuwsartikel over de toeslagenaffaire.
A
informeren
B
instrueren
C
overtuigen
D
overhalen

Slide 5 - Quiz

Je schrijft een brief aan de gemeente over de overlast van hangjongeren in jouw straat. Je wilt dat daar tegen opgetreden wordt.
A
informeren
B
instrueren
C
overtuigen
D
overhalen

Slide 6 - Quiz

Indeling tekst : titel
  • De titel verraadt al veel.
  • Hij trekt de aandacht; ga je de tekst lezen of niet?
  • De titel bevat vaak al het onderwerp.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Indeling tekst: inleiding
  • Eerste deel van de tekst
  • Het onderwerp wordt geïntroduceerd
  • Vanaf de eerste zinnen weet je waarover de tekst gaat
  • Bestaat meestal uit één alinea

Slide 9 - Slide

Indeling tekst: middenstuk
  • De verschillende kanten van een onderwerp komen aan de orde
  • Dit gebeurt met behulp van deelonderwerpen

Bijvoorbeeld: een tekst over phishing: 
Deelonderwerpen: gevaarlijke e-mails, criminaliteit, financiële schade, aangifte doen bij de politie, etc.

Slide 10 - Slide

Wat is een deelonderwerp?
A
Verschillende dingen die over het onderwerp verteld worden.
B
Als er twee onderwerpen in een tekst zitten.
C
Als de tekst niet echt een onderwerp heeft.
D
Een ander woord voor onderwerp.

Slide 11 - Quiz

Indeling tekst: slot
  • Laatste alinea van een tekst
  • Het belangrijkste uit de tekst wordt nog eens herhaald of samengevat

Slide 12 - Slide

Waar vind je de deelonderwerpen in een tekst?
A
Inleiding
B
Middenstuk
C
Slot

Slide 13 - Quiz

In welk deel van de tekst maak je kennis met het onderwerp?
A
Inleiding
B
Middenstuk
C
Slot

Slide 14 - Quiz

Inleiding
Middenstuk
Slot
Dit deel is opgedeeld in alinea's 
Het onderwerp wordt benoemd
De lezer wordt nieuwsgierig gemaakt
Aandachttrekker: er wordt bijv. een vraag gesteld of een probleem besproken.
Een samenvatting van de tekst
Er wordt bijv. een vraag beantwoord of een oplossing bij een probleem besproken.
De tekst wordt stap voor stap uitgewerkt

Een conclusie 

Slide 15 - Drag question

Slide 16 - Slide

Wat is de juiste volgorde van deze tekst?

Slide 17 - Slide

Wat is de juiste volgorde van de tekst?
A
A-B-C-D
B
B-C-D-A
C
D-A-C-B
D
C-D-A-B

Slide 18 - Quiz

Een goede tekst heeft samenhang door gebruik: 

Slide 19 - Slide

Deze verbanden zijn er.

Slide 20 - Slide

Voorbeelden tekststructuren
  • vraag-antwoordstructuur
  • aspectenstructuur
  • verleden-heden-toekomststructuur
  • verklaringsstructuur
  • probleem-oplossingsstructuur
  • voor- en nadelenstructuur
  • argumentatiestructuur

Slide 21 - Slide

Wat wil jij: eigen bedrijf of in loondienst?

Slide 22 - Poll

Zelf aan de slag met een examentekst
Je krijgt een examentekst "Ruiken aan ondernemerschap".

Lees de tekst en beantwoord de 4 vragen.

Klaar: Maak opdracht 4 blz. 39 in je boek
(Lezen 1.4, opdracht 4)

timer
15:00

Slide 23 - Slide

Antwoorden examentekst 
1. C
2. C
3. A
4. C

Slide 24 - Slide

Controle voor jezelf:

  • Ik weet dat teksten een vaste indeling hebben.
  • Ik herken de verschillende tekstonderdelen.

Slide 25 - Slide