Kapitel 3

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Wiederholung

Bist du bereit?

Schrijf drie woorden op die het lidwoord ''der'' krijgen.

Schrijf drie woorden op die het lidwoord ''die'' krijgen.

Schrijf drie woorden op die het lidwoord ''das'' krijgen.

Plural (meervoud) von:
der Lehrer - ...

1. die Lehrers
2. die Lehrer
3. die Lehraren

die Katze - die ... (Plural)

1. Katzen
2. Katzes
3. Kätzen

Wie spät ist es?

1. Es ist Viertel vor vier.
2. Es ist Viertel nach vier.
3. Es ist halb zehn.

Wie spät ist es?

1. Es ist sieben Uhr.
2. Es ist halb sechs.
3. Es ist Viertel nach zehn.
4. Es ist halb fünf

Geef de vertaling van:
die Sprachen

1. de taal
2. de letter
3. de letters
4. de talen

Geef de vertaling van:
het proefwerk

1. die Klassenarbeit
2. der Test
3. der Stundenplan
4. die Hausaufgaben

Geef de vertaling van:
Frans

Geef de vertaling van:
zwischen

1. sussen
2. tussen
3. zussen
4. daartussen

Geef de vertaling van:
heute

1. mensen
2. makkelijk
3. vandaag
4. huilen

Vertaal naar Duits:
in het weekend

Vertaal naar Duits:
Nederlands

Vertaal naar Nederlands:
oft

Vertaal naar Nederlands:
später

Geef antwoord (in het Duits) op de vraag:

Wie findest du Mathe?

Geeft antwoord (in het Duits) op de vraag:

Wann hast du Englisch?

In welk onderdeel moet je nog oefenen?

Woordjes? -->  Slim Stampen via Neue Kontakte/Quizlet

Grammatica? --> 

https://duits.net/oefeningen/substantieven/der-die-das/

https://duits.net/oefeningen/naamvallen/nominatief/

Hoe goed beheers jij hoofdstuk 3?

😒🙁😐🙂😃