3i Dinsdg 19 januari

3i Check Grammatica
- herhaling/ check
- Lezing woordsoorten en/of zinsdelen
- daarna aan de slag met werkdoelen
- evaluatie
1 / 28
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

3i Check Grammatica
- herhaling/ check
- Lezing woordsoorten en/of zinsdelen
- daarna aan de slag met werkdoelen
- evaluatie

Slide 1 - Slide

Woordsoorten
Lidwoord, zelfstandig naamwoord, werkwoord, bijvoeglijk naamwoord

Slide 2 - Slide

Schrijf op: wat weet je nog van de woordsoorten?

Slide 3 - Open question

Haal de zelfstandig naamwoorden uit de zin.
De leerlingen gaan iedere woensdag naar huiswerkbegeleiding.

Slide 4 - Open question

Haal de werkwoorden uit de zin.
Marieke en Marit halen voor de buurvrouw boodschappen.

Slide 5 - Open question

Haal de bijvoeglijk naamwoorden uit de zin.
De vriendelijke dame eet een lekkere taart.

Slide 6 - Open question

Schrijf een bijvoeglijk naamwoord op + een zelfstandig naamwoord.

Slide 7 - Mind map

Schrijf drie werkwoorden op.

Slide 8 - Mind map

Zijn er nog vragen over de woordsoorten?

Slide 9 - Mind map

Ik ga straks naar de lezing over woordsoorten?
(stel mij vragen!)
Wat is jouw leerdoel?
A
Ja, graag
B
Nee, want ik begrijp alles.

Slide 10 - Quiz

Zinsdelen
gezegde, onderwerp, lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp, bijwoordelijke bepaling

Slide 11 - Slide

Schrijf kort op wat je weet over de verschillende zinsdelen.

Slide 12 - Open question

Wat is het gezegde?
Daphne heeft een foto geplaatst op Instagram

Slide 13 - Open question

Wat is het onderwerp?
Tessa heeft voor haar verjaardag een konijn gekregen.

Slide 14 - Open question

Wat is het lijdend voorwerp?
Tessa heeft voor haar verjaardag een konijn gekregen?

Slide 15 - Open question

Wat is de bijwoordelijke bepaling?
We hopen dat na de voorjaarsvakantie de lockdown voorbij is.
A
We
B
na de voorjaarsvakantie
C
de lockdowb

Slide 16 - Quiz

Wat is het meewerkend vw?
Luke geeft zijn moeder een bonbon voor haar verjaardag.
A
Luke
B
een bonbon
C
zijn moeder
D
voor haar verjaardag

Slide 17 - Quiz

Heeft een zin altijd een lijdend voorwerp?
A
Ja, natuurlijk!
B
Nee

Slide 18 - Quiz

Heeft een zin altijd een meewerkend vw?
A
Soms
B
Ja, altijd!
C
Ja, soms zelfs meerdere

Slide 19 - Quiz

Heeft een zin altijd een bijwoordelijke bepaling?

Slide 20 - Mind map

Ik ga de lezing volgen over de zinsdelen?
(stel mij vragen)
Wat is jouw leerdoel?
A
Ja
B
Nee

Slide 21 - Quiz

Geen lezing?
Geen vragen?

Aan de slag met je werkdoelen.
Om ..... terug in de les

Slide 22 - Slide

Evaluatie
Wat was jouw leerdoel?

Slide 23 - Open question

Heb je je leerdoel behaald?
A
Ja
B
Nee, ik vind het nog steeds lastig.
C
Nee, omdat ....

Slide 24 - Quiz

Wat heb je geleerd vandaag?

Slide 25 - Open question

Wat kan ik nog voor jullie doen om je leerdoel te behalen?

Slide 26 - Mind map

Zijn er nog vragen?

Slide 27 - Mind map

Tot maandag!

Slide 28 - Slide