Konjunktiv I: bij indirecte rede (stamm + e + Endungen: -, st, -, n, t, n)
AIs Indikativ (tegenwoordige tijd) = Konjunktiv? dan Konjunktiv II (stam verleden tijd + e + Ednungen: -, st, -, n, t, n) Let op: modalverben, haben, sein krijgen Umlaut, starke verben vaak ook. Schwache verben nicht
Konjunktiv II: als indikativ = Konjunktiv I. bij wensen, beleefdheid, onwaarschijnlijkheid, voorwaarden
Als Indikativ (verleden tijd) = Konjunktiv II? dan würden + Infinitiv.
In de praktijk:
- haben, sein, werden, Modalverben hebben eigen Konjunktiv en worden ook altijd gebruikt (es wäre schön, ich könnte helfen, wenn ich Zeit hätte ....usw)
- schwache Verben: würden + Infinitiv (machen würde)
-starke Verben: eigen Konjuktiv II dat vaak vervangen wordt door würde + Infinitiv (einbringen würde ipv einbrächte)