This lesson contains 20 slides, with text slides and 4 videos.
Items in this lesson
Hoofdstuk 2
paragraaf 1 en 2
Slide 1 - Slide
Lesdoelen
je kunt transactiekosten beschrijven en uitleggen hoe instituties transactiekosten verlagen.
je begrijpt dat binnen een autarkie de welvaart lager is dan wanneer er wel geruild wordt.
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Video
Autarkie
Een economie waarin niet geruild wordt. Er wordt zelfvoorzienend geproduceerd.
Slide 4 - Slide
Ruilen
Iedereen gaat een ruil aan, omdat iedereen er beter van denkt te worden: er is een wederzijds voordeel
Beiden hebben voordeel aan een ruil. Anders komt een ruil niet tot stand.
Slide 5 - Slide
Programma
Terugblik 2.1 Ruil en wederzijds voordeel
Leerdoelen 2.2
- Je kunt de rol van eigendomsrechten bij een ruil uitleggen.
- Je kunt transactiekosten beschrijven en uitleggen hoe instituties transactiekosten verlagen.
Slide 6 - Slide
Ruil wederzijds voordeel, 2 voorwaarden
Het moet vaststaan dat de aanbieder van een middel ook de wetmatige eigenaar is
de transactiekosten van de ruil moeten lager zijn dat het wederzijdse voordeel van de ruil
Slide 7 - Slide
Transactiekosten
Kosten die je moet maken om een ruil tot stand te laten komen. Dit kan in tijd en geld zijn. Zoekkosten, reiskosten, parkeerkosten.
Als de kosten hoger zijn dan het wederzijdse voordeel, dan is er geen ruil.
Instituties maken ruilen gemakkelijker door de transactiekosten te verlagen.
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Video
Instituties
Doel van instituties:
Transactiekosten verlagen zodat wederzijds voordeel tot stand komt
Terugkerende transactiekosten voorgoed verlagen
Landelijke institutie
Bijvoorbeeld Autoriteit Consument & Markt (ACM)
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Video
Eigendomsrechten
Ruilen is de overdracht van eigendomsrechten.
Officieel bewijs: van kassabon tot notarisakte
Patent/octrooi: eigendom van idee, innovatie
Auteursrecht: regelt intellectuele-eigendomsrechten (intellectuele eigendomsrechten). Thuiskopievergoeding: compensatie voor creatieve makers
Slide 14 - Slide
Opdrachten maken
1 t/m 11 blz. 30 t/m 33
Slide 15 - Slide
paragraaf 3 scholing, specialisatie en organisatievormen
Waarom is specialisatie goed voor een economie?
Kernwoorden
Arbeidsproductiviteit
specialisatie
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Video
Ruil, scholing en specialisatie
Als er geen sprake is van ruil, moet iedereen zelf produceren waar je behoefte aan hebt. Iedereen kan echter in meer behoeften voorzien als mensen zich scholen en specialiseren in iets waar ze goed in zijn en dan met andere mensen ruilen.
Door scholing en specialisatie (en arbeidsdeling) neemt de arbeidsproductiviteit toe.
Slide 18 - Slide
Arbeidsdeling en arbeidsproductiviteit
De arbeidsproductiviteit is de productie per werknemer in een bepaalde tijdseenheid.
De gemiddelde arbeidsproductiviteit
in een bedrijf kan door arbeidsdeling
omhoog.
Slide 19 - Slide
Specialisatie
Door specialisatie en arbeidsdeling ligt de arbeidsproductiviteit hoger en de kosten dus lager.
Het lijkt dus logisch je te specialiseren in iets waar je het best in bent en dan vervolgens met anderen te ruilen (die weer ergens anders het beste in zijn).