Ademhaling

De ademhaling
1 / 18
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

De ademhaling

Slide 1 - Slide

Bij een ademhaling komt er lucht binnen langs verschillende onderdelen van het ademhalingsstelsel.
Wat is de juiste volgorde (1, 2, 3) bij een diepe ademhaling? 

Juiste moet hier!
1 bronchiën
2 luchtpijp
3 longblaasjes 
1 longblaasjes
2 luchtpijp
3 bronchiën 
1 luchtpijp
2 bronchiën
3 longblaasjes 
1 luchtpijp
2 longblaasjes
3 bronchiën 
1 bronchiën
2 longblaasjes
3 luchtpijp
1 longblaasjes 
2 bronchiën
3 luchtpijp 

Slide 2 - Drag question

Als je inademt gaat je middenrif
A
omhoog
B
omlaag

Slide 3 - Quiz

Hoe heet de ziekte waarbij de elasticiteit/rek uit je longen is?
A
Astma
B
Pleuritis
C
COPD
D
Astbestkanker

Slide 4 - Quiz

Algemene feiten ademhaling
Inademen = inspiratie
Uitademen = expiratie 

Je ademt 12-15x per minuut
Aansturing ademhaling: ademhalingscentrum in hersenstam 

Je ademt zuurstof (=o2) in en koolstofdioxide (=Co2) uit

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

2 soorten ademhaling

Slide 7 - Slide

Borstademhaling
Tussenribspieren

Slide 8 - Slide

Buikademhaling
Middenrif

Slide 9 - Slide

Buik
Borst

Slide 10 - Slide

Borst- en buikademhaling
Borstademhaling:
Inademen:
- tussenrib spieren spannen aan
- borst en ribben omhoog
- longen worden groter

Uitademen:
- tussenribspieren ontspannen
- borst en ribben omlaag
- longen worden kleiner

Buikademhaling:
Inademen:
-middenrif spieren spannen aan 
- middenrif omlaag
- longen worden groter

Uitademen:
- middenrif spieren ontspannen
- middenrif omhoog
- longen worden kleiner

Slide 11 - Slide

Bij borstademhaling bewegen
A
middenrif
B
ribben en borstbeen

Slide 12 - Quiz

Bij buikademhaling bewegen
A
ribben en borstbeen
B
het middenrif

Slide 13 - Quiz

Je ademhaling stopt soms, bewust of onbewust. Noem minimaal 1 voorbeeld wanneer je ademhaling stopt.

Slide 14 - Mind map

Onderbreking ademhaling bij..
Slikken                      
Hoesten
Niezen
Overgeven
Persen
Hikken
Zuchten
Gapen

Slide 15 - Slide

Drukverschil in longen
De druk in de longen is anders dan de druk in de buitenlucht.
- Als de druk lager is heet dat negatieve druk.
- Als de druk hoger is heet dat positieve druk.

Voorbeeld: je ademhalingsspieren zorgen ervoor dat je borstkas naar voren komt -> de ruimte in je borstkas is groter -> de druk in je longen lager is dan de druk in de buitenlucht, dan stroomt lucht de longen in -> inademen.

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Waar wordt de ademhaling geregeld?
A
Door het hartritme
B
In de longen
C
Door de O2 en CO2 uitwisseling
D
In het ademcentrum in de hersenstam

Slide 18 - Quiz