Les 4, activeren voorkennis quiz computerwoorden

• NT2
• MBO
• Studiejaar 1

Quiz computerwoorden

Les 4

Je moet bestanden in een map bewaren

1. juist
2. onjuist

Met Shift-toets kun je hoofdletters maken.

1. onjuist
2. juist

De sneltoets voor kopiëren is

1. Ctrl A
2. Ctrl C
3. Ctrl X
4. Ctrl V

De sneltoets voor plakken is

1. Ctrl A
2. Ctrl C
3. Ctrl X
4. Ctrl V

De sneltoets voor knippen is

1. Ctrl A
2. Ctrl C
3. Ctrl X
4. Ctrl V

De sneltoets voor alles selecteren is

1. Ctrl A
2. Ctrl C
3. Ctrl X
4. Ctrl V

Wat kan je doen met deze knop?

1. Een foute letter weghalen
2. Een hoofdletter maken
3. Groot open stuk / inspringen
4. Slepen

Wat is de grootste toets op het toetsenbord?

1. de Enter-toets
2. De Ctrl-toets
3. De shift-toets
4. De spatiebalk

Wat kan je computer kapot maken?

1. een scanner
2. een virus
3. een WAV-bestand
4. een MP3 bestand

Een virus kan via een e-mail binnenkomen op jouw computer

1. klopt
2. klopt niet

Wat is scannen?

1. een bestand printen
2. een bestand kopiëren
3. een document op papier in de computer zetten

Wat betekent deze toets?

1. Geluid zachter
2. Geluid aan
3. Geluid uit
4. geluid harder

Typen doe je met een potlood of met een pen

1. ja
2. nee

Een bijlage is een bestand wat je meestuurt met een e-mail.

1. juist
2. onjuist

Een bijlage is altijd een foto

1. juist
2. onjuist

Wat is een afbeelding?

1. een foto of een tekening
2. een tekst die je op de computer bewaart
3. een toets op het toetsenbord
4. een plaatje op je bureaublad

Wat is een USB-stick?

1. Die gebruik je om te printen
2. Die gebruik je om bestanden op te slaan buiten de computer
3. C. Die gebruik je om te typen