What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Werkwoorden
1 / 19
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
This lesson contains
19 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Wat gaan we vandaag doen?
Leerdoelen
Wat weten we nog / uitleg
Songtekst
Uitleg
Maken opdrachten
Quiz
Afsluiting
Slide 2 - Slide
Wat ga je vandaag leren?
Na deze les kun je uitleggen wat een werkwoord is en kun je deze herkennen in een zin.
Slide 3 - Slide
Werkwoorden
Slide 4 - Mind map
Een werkwoord....
Zit in elke zin.
Zijn woorden die duidelijk maken wat er gebeurt of wat iemand doet.
ETEN, VALLEN, BEKIJKEN, ZINGEN, ZWEMMEN
Slide 5 - Slide
Welke woorden zijn een werkwoord?
lief - agressief - gaan - voetballen - sneeuw - zit - plant - staat - ijs
Slide 6 - Slide
Opdracht: songtekst
Omcirkel de werkwoorden in de songtekst.
Na 2 x de songtekst te hebben afgespeeld, gaan we nakijken.
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Video
5 min: check-in-duo's
timer
5:00
- overleg in tweetallen over de antwoorden
- waar liggen de overeenkomsten en waar de verschillen?
Slide 9 - Slide
Hoe vind je een werkwoord in een zin?
- Werkwoorden zijn dingen die je kunt doen.
- Er gebeurt iets (sneeuwen, regenen, waaien).
- Iemand is iets (zijn, worden, blijven).
- Werkwoorden kunnen veranderen in een zin.
Slide 10 - Slide
Verleden tijd of tegenwoordige tijd?
Aan het werkwoord kun je zien in welke tijd de zin staat.
De verleden tijd is?
De tegenwoordige tijd is?
Slide 11 - Slide
Opdrachten maken
Hoe
? > alleen, in stilte
Tijd?
> + - 10 minuten
Klaar?
> wachten tot iedereen klaar is
Vraag?
> steek je hand op
Slide 12 - Slide
Antwoorden
1. kwamen 6. Mag
2. sneeuwde 7. mocht
3. houden 8. Heb
4. regende 9. lezen
5. wil 10. las
Slide 13 - Slide
QUIZ!
Slide 14 - Slide
Leg uit je hoe je een werkwoord kunt vinden in een zin.
Slide 15 - Open question
Wat is het werkwoord in deze zin?
Mijn tante bakt elke week een taart.
A
mijn tante
B
bakt
C
elke week
D
een taart
Slide 16 - Quiz
Wat is het werkwoord/wat zijn de werkwoorden in deze zin:
Hij zwemt elke week om fit te blijven.
A
Hij
B
zwemt
C
elke week
D
zwemt, blijven
Slide 17 - Quiz
Welk woord hoort niet in het rijtje thuis?
drinken - harken - golfplaat - groeien
A
drinken
B
harken
C
golfplaat
D
groeien
Slide 18 - Quiz
Ik wil graag VRIJ.
VRIJ is het werkwoord in deze zin.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 19 - Quiz
More lessons like this
Vrij verkeer van goederen
January 2021
- Lesson with
12 slides
by
Gallo-Romeins Museum
Geschiedenis
Mens- en maatschappij
+2
Secundair onderwijs
Gallo-Romeins Museum
Zinnen maken_PAARS
September 2023
- Lesson with
28 slides
NT2
Secundair onderwijs
Taalbeschouwing blok 1
September 2023
- Lesson with
10 slides
Taal
Primary Education
Les 2 (31 augustus 2024) uigebreid
August 2024
- Lesson with
45 slides
Nederlands
Secondary Education
Age 12
Neuken
June 2024
- Lesson with
12 slides
"Ik loop met één been op de stoep en één been in de goot"
January 2022
- Lesson with
15 slides
by
Kidsweek in de Klas
Taal
Burgerschapskunde
+2
Basisschool
Groep 4-8
Kidsweek in de Klas
Het weer beschrijven
November 2023
- Lesson with
11 slides
Herhaling stof college 1, 2 en 3 aan de hand van oude tentamenvragen
November 2023
- Lesson with
24 slides
Nederlands
University