Hoe hoger de breedte (dus hoe dichter bij de polen) hoe kouder.
Hoe lager de breedte (dus hoe dichter bij de evenaar) hoe warmer.
Loodrecht zonnestralen geven meer warmte dan schuine zonnestralen.
Op hoge breedte is de zoninvalshoek klein.
Op lage breedte is de zoninvalshoek groot.
Slide 9 - Slide
Hoogteligging
Regel
Hoe hoger hoe kouder
Als je 1000 meter stijgt wordt het 6 graden Celsius kouder.
Uitleg
Pas wanneer zonnestralen op het aardoppervlak vallen geven ze hun warmte af. Het aardoppervlak wordt daardoor warm en geeft nu zelf warmte af. De dampkring wordt op die manier van onderaf verwarmd.
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Par. 2: Water in beweging
Nu doen:
Uitleg vragen
Nakijken opg. 1.1
Zelfstandig werken (Maak examentraining 1.2 , Maak extra oefenen temperatuurfactoren, Maak werkboek: 1a, 2b, 4c, 5, 6a, 6c, 7, 8 en 12.)
Huiswerk:
Leer par. 1.1 en par. 1.2 (breedteligging en hoogteligging).