Voedingsstoffen deel 2

• Zorg en Welzijn
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Voedingsstoffen

Lesdoelen

Je kunt de functie van mineralen benoemen

Je kunt minimaal 4 soorten mineralen benoemen

Je kunt de functie van eiwit benoemen

Je kunt uitleggen waarom koolhydraten belangrijk zijn

Je weet het verschil tussen verzadigd vet en onverzadigd vet

Je kunt nog 2 bestanddelen noemen die belangrijk zijn

Vitamines

Hoe zat het ook al weer?

Wat weet jij nog?

Een aantal vragen, schrijf op!

Mineralen

Voedingszouten 

Lichaam kan geen mineralen aanmaken

Zuurstof vervoeren

Bloedarmoede voorkomen

Mineralen komen uit de aardkorst

Ijzer	Rode bloedcellen, afweersysteem, cellen energie productie
Zink	Opbouw eiwitten, groei en vernieuwing, stofwisseling, afweer- en immuunsysteem
Koper	Bindweefsel, botten, pigment haar, afweersysteem en bloedstolling
Magnesium	Botten, spieren, prikkels in spieren en zenuwbanen, enzymen laten werken, energieproductie

Selenium	Antioxidant, schildklier
Kalium	Vochtbalans, bloeddruk, zenuwprikkels, samentrekking spieren
Calcium	Opbouw/onderhoud botten en tanden, zenuwen, spieren en bloedstolling
Fosfor	Stevige botten en tanden
Jodium	Werking schildklier

Voedingsstoffen

Micro = Vitaminen en mineralen

Macro = Eiwitten, koolhydraten en vetten

Eiwitten

Bouwstof voor lichaamscellen

Huid, spieren, botten en bloed

Zit in vlees, vis, vleesvervangers, melk, melkproducten en eieren

Koolhydraten

Energie = brandstof

Zit in brood, ontbijtgranen, aardappelen, peulvruchten, groente en graanproducten

Gezond = 40% tot 70% uit koolhydraten

Graanproducten = rijst, pasta, couscous, etc.

Vetten

Vet geeft energie en is een belangrijke brandstof 

Verzadigd vet: harde margarine, koekjes, kaas, worst, vet vlees, volle melkproducten, gebak, snacks en zoutjes

Onverzadigd vet: Oliën, vis en eieren

Vezels

Vezels zitten in brood, groente en granen

Vol gevoel, op gewicht, goede stoelgang

Vezels worden niet door het lichaam verwerkt

Water

Elke dag verlies je vocht

Afvalstoffen afvoeren, overtollige warmte kwijtraken, transport van voedingsstoffen, temperatuurregeling

Vochtbalans: 1,5 liter per dag

Vochtverlies via urine en transpiratie

Aan de slag

Maken vanaf bladzijde 136

Nakijken in groepjes van 4 met de docent 

Lesdoelen

Je kunt de functie van mineralen benoemen

Je kunt minimaal 4 soorten mineralen benoemen

Je kunt de functie van eiwit benoemen

Je kunt uitleggen waarom koolhydraten belangrijk zijn

Je weet het verschil tussen verzadigd vet en onverzadigd vet

Je kunt nog 2 bestanddelen noemen die belangrijk zijn