Dorpskrant les 10: stijlfiguren deel 2


Nederlands - Periode 3 - 2019-2020

De Dorpskrant - Les 10
Creatief schrijven & Spelling
VG2
1 / 28
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson


Nederlands - Periode 3 - 2019-2020

De Dorpskrant - Les 10
Creatief schrijven & Spelling
VG2

Slide 1 - Slide

Terugblik vorige les
Je kunt nu 5 stijlfiguren herkennen en benoemen:

  • tegenstelling
  • paradox
  • eufemisme
  • understatement
  • overdrijving

(Waarom ook alweer? In iedere tekst in de Dorpskrant verwerk je 1 vorm van beeldspraak (of een stijlfiguur --> daar gaat deze les over!))

Slide 2 - Slide

Aan het einde van deze les ...

... heb je nog 4 stijlfiguren leren kennen: ironie, sarcasme, opsomming en herhaling.
... kun je deze stijlfiguren herkennen en benoemen.

(Waarom ook alweer? In iedere tekst in de Dorpskrant verwerk je 1 stijlfiguur of een vorm van beeldspraak) 

Slide 3 - Slide

Uitleg stijlfiguren
Op de volgende slides volgt de uitleg over stijlfiguren.

Eerst wordt nog een keer herhaald wat stijlfiguren in het algemeen zijn.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Stijlfiguren
Er zijn verschillende stijlfiguren. Vorige les heb je er 5 leren kennen.
Deze les leer je er 4 bij.
Op de volgende slides volgt per stijlfiguur de uitleg.

  • ironie
  • sarcasme
  • opsomming (enumeratie)
  • herhaling


Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Aan de slag!

Op de volgende slides oefen je met het herkennen en benoemen van stijlfiguren. 

Om ervoor te zorgen dat je de stijlfiguren goed begrijpt, wordt er ook steeds gevraagd om uit te leggen waarom het gaat om het genoemde stijlfiguur.  


Slide 11 - Slide

Welk stijlfiguur herken je?

Hij kwam, hij zag, hij overwon
A
herhaling
B
paradox
C
ironie
D
opsomming

Slide 12 - Quiz

Welk stijlfiguur herken je? Leg je antwoord uit.

Hij kwam, hij zag, hij overwon

Slide 13 - Open question

Welk stijlfiguur herken je?

Voor de radio heb jij wel een mooi gezicht.
A
sarcasme
B
ironie
C
opsomming
D
herhaling

Slide 14 - Quiz

Welk stijlfiguur herken je? Leg je antwoord uit.

Voor de radio heb jij wel een mooi gezicht.

Slide 15 - Open question

Welk stijlfiguur herken je?

Ik ben dom, lomp en famous!
A
herhaling
B
opsomming
C
sarcasme
D
ironie

Slide 16 - Quiz

Welk stijlfiguur herken je? Leg je antwoord uit.

Ik ben dom, lomp en famous!

Slide 17 - Open question

Welk stijlfiguur herken je?

En precies als wij naar buiten gaan, gaat het regenen. We treffen het wel!
A
opsomming
B
herhaling
C
ironie
D
sarcasme

Slide 18 - Quiz

Welk stijlfiguur herken je? Leg je antwoord uit.

En precies als wij naar buiten gaan, gaat het regenen. We treffen het wel!

Slide 19 - Open question

Aan de slag!
Op de volgende slides oefen je nog een keer met het herkennen en benoemen van stijlfiguren. 

Dit keer hoef je niet uit te leggen waarom het om het genoemde stijlfiguur gaat. 

Slide 20 - Slide

Welke stijlfiguur herken je?

'En, hoe was je vakantie?'
(een docent tegen een leerling die lang ziek was)
A
herhaling
B
opsomming
C
sarcasme
D
ironie

Slide 21 - Quiz

Welke stijlfiguur herken je?

'Je kletst me de oren van het hoofd.'
(tegen een verlegen meisje)
A
opsomming
B
herhaling
C
ironie
D
sarcasme

Slide 22 - Quiz

Welk stijlfiguur herken je?

Habiba habiba, waarom stress je mij a zina, a zina?
A
sarcasme
B
ironie
C
herhaling
D
opsomming

Slide 23 - Quiz

Welk stijlfiguur herken je?

Dus jij bent deze zomer met het vliegtuig naar Japan én naar Brazilië gevlogen? Jij hebt het klimaat zo te horen wel op 1 staan!
A
herhaling
B
opsomming
C
ironie
D
sarcasme

Slide 24 - Quiz

Welk stijlfiguur herken je?

Dus jij bent deze zomer met het vliegtuig naar Japan én naar Brazilië gevlogen? En beide keren had je drie uur vertraging? Het zit je wel mee, he…
A
opsomming
B
ironie
C
sarcasme
D
herhaling

Slide 25 - Quiz

Welk stijlfiguur herken je?

We moeten rennen, springen, vliegen, duiken, vallen, opstaan en weer doorgaan!
A
ironie
B
herhaling
C
opsomming
D
sarcasme

Slide 26 - Quiz

Welk stijlfiguur herken je?

We kunnen hier niet blijven, we kunnen hier niet langer blijven staan!
A
opsomming
B
herhaling
C
ironie
D
sarcasme

Slide 27 - Quiz

Einde van de les!
Was alles duidelijk? 

Zo nee, stel vragen!

Slide 28 - Slide