4.15 t/m 4.23

• Economie
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

Welkom!

Inhoud van de les

* Herhaling vorige les

* Nakijken opdr 4.1 t/m 4.14

• Uitleg
• Maken opdracht 4.15 t/m 4.23

Weten we het nog?

Omzet (verkoopprijs x afzet)

Inkoopwaarde van de omzet (inkoopprijs x afzet)-

= Brutowinst

Bedrijfskosten-

= Nettowinst

Ewout staat op een vrijmarkt en verkoopt petjes. Stel de nettowinst van Ewout op een dag is €380 en zijn brutowinst is €450. De inkoopwaarde van de omzet is €190. Zijn afzet zijn 100 petjes.
A. Bereken de bedrijfskosten
B. Bereken de omzet
C. Bereken de verkoopprijs

Ondernemingsplan

Ondernemingsplan: hierin beschrijft een startend ondernemer in detail wat zijn/haar ideeën en plannen zijn. 

Het bestaat uit de verschillende hoofdstukken:

• Over de ondernemers (persoonlijk plan)
• Financieel plan
• Marketingplan

Financieel plan

• Omzet, brutowinst en nettowinst
• Brutowinstmarge, nettowinstmarge

Brutowinstmarge: (brutowinst / omzet) x 100%

Nettowinstmarge: (nettowinst / omzet) x 100%

SWOT-analyse

Een SWOT-analyse geeft een ondernemer inzicht in de sterke en zwakke punten van zijn bedrijf en welke kansen en bedreigingen er zijn in de markt waarin het bedrijf zich bevindt. 

SWOT-analyse 

Marketingmix

Binnen een marketingplan zijn de vier P's beschreven: Product, Prijs, Plaats en Promotie.

Er is ook nog een vijfde P, namelijk Personeel

Hoe deze vier instrumenten worden ingezet en gecombineerd om de marketingstrategie vorm te geven, wordt de marketingmix genoemd. 

Marketingmix

Product: Gaat zowel om materiële als immateriële eigenschappen van het product. 

Prijs: Het vaststellen van een verkoopprijs.

Plaats: Waar kunnen klanten het product kopen?

Promotie: Alle factoren die van invloed zijn op de communicatie en het bereiken van de doelgroep.

Unique Selling Point 

Je moet je met je bedrijf onderscheiden van je concurrent. Waar ben je met je bedrijf goed of uniek in? Dat is het unique selling point. 

Waarom moet ik bij jou het product kopen en niet bij de concurrent?

Ga aan de slag!

Maak opdracht 4.15 t/m 4.23

Tijd: Tot het eind van de les

Je mag zachtjes overleggen