Klas 2HA2 - Lesweek 2 - Les 2 + 3

• Duits
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Achtung!

Je gaat op dezelfde plaats zitten als vrijdag.

Mobiel op stil en in je tas.

Op tafel liggen je:

- das Buch

- das Heft

- das Etui / der Stift

Afspraken 2HA2

- Stil zijn wanneer iemand anders aan het woord is.

- Respect hebben voor elkaar 

-> niemand uitlachen / niemand buitensluiten

Regels

- Gedraag je fatsoenlijk.

-  Rustig binnenkomen, spullen pakken.

- Liedje afgelopen en ik sta voor het bord dan is het stil en beginnen we.

- Ik geef aan wanneer je je spullen mag inpakken.

Lernziele

Was lernt ihr Heute?

- Je leert begroeten en afscheid nemen.

Je weet hoe goed je de woorden van het thema “ICH” al kent.

- Je leert nieuwe woorden over het thema “ICH”.

- Je kunt een eenvoudige tekst over personen begrijpen.

Was macht ihr Heute?

- Satz der Woche

- Hausaufgaben kontrollieren

- Lesen

- Pause

Duits - gewoon doen!

Klassensprache Deutsch -> Duits in de klas waar het kan.

Vanaf nu deze vragen en antwoorden in het Duits. Anders……..??

Satz der Woche

Begrüßen: 

goedemorgen - Guten Morgen! goedemiddag - Guten Tag!

Verabschieden: 

doei - Tschüss! 

tot morgen - Bis Morgen!

die Hausaufgaben kontrollieren 

die Hausaufgaben kontrollieren 

Du bekommst ein Antwortenbuch

Richtig?         -> Krul zetten

Falsch            -> verbeteren met andere kleur pen

Fertig?           -> Lernliste N-D Seite 30 lernen.

Zachtjes praten is OK

5 minuten Zeit

Was weißt du schon?

Lernliste Niederländisch – Deutsch 

1. einfach 

2. mwah

3 schwer

Lesen

- Lesen is belangrijk wanneer je in een vreemd land bent. Wanneer is het handig dat je Duits kunt lezen?

- Ӧffne dein Buch auf Seite 30.

- We lezen samen de Lernliste D-N C Lesen. Ik lees  voor en jullie lezen mee.

Lesen

- Ӧffne dein Buch auf Seite 20.

- Aufgabe Milan und Moritz

- We gaan samen het stripverhaal lezen

- Voordat je begint ga je eerst......

Lesen

Stel jezelf voor het lezen altijd eerst de vraag:

WAAR GAAT HET EIGENLIJK OVER?

- De titel lezen.

- Plaatjes bekijken

- Wat voor soort tekst is dit?

- Wat moet ik doen?

- Pas nu ga je de tekst lezen.

.

Lesen

Beantwoord vraag 8A.

Lees wat je moet doen bij 8B.

Fertig?

Lees alvast het stripverhaal.

Welke woorden ken je al en lijken op het

Nederlands of Duits.

15 Minuten 

Lernziele

Was lernt ihr diese Stunde?

- Je ervaart dat je niet zonder het werkwoord "zijn" kunt.

- Je kunt het persoonlijke voornaamwoord gebruiken.

- Je kunt het werkwoord “sein” gebruiken.

Was macht ihr diese Stunde?

- ein Experiment

- Grammatik -> das Verb (werkwoord) "sein"

- Selbständig arbeiten

- die Stunde beenden

Meeschrijven in je schrift 

Grammatik: 

Persoonlijk voornaamwoord

Grammatik: 

Persoonlijk voornaamwoord + werkwoord "sein".

Selbständig arbeiten

- De 1e vijf minuten is het stil in de klas, daarna mag je met elkaar overleggen

- Frage? Finger hoch, bitte

- Zeit -> 15 Minuten

- Nächste Woche -> zusammen kontrollieren

- Fertig? Lernliste N-D auf Seite 30 lernen

Selbständig arbeiten

Machen:

Seite 23 -> Aufgabe 12

Seite 176 -> Aufgabe 1

Seite 26 -> Sprachmittel aufschreiben und übersetzen.

Satz für Satz

Beispiel:

Wer bist du? - Wie ben jij?

Ich bin Linda - Ik ben Linda