Unit 1 laatste les voor PW

Unit 1 
Laatste les voor PW


Please take a seat and log in on LessonUp
1 / 23
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 3 min

Items in this lesson

Unit 1 
Laatste les voor PW


Please take a seat and log in on LessonUp

Slide 1 - Slide

Today:
- Oefenen voor het PW

Lesson Goal:
You know everything you need to know for the test and you feel confident (zelfverzekerd) about it. 


Slide 2 - Slide

Waar ging Unit 1 over?

Slide 3 - Mind map

Welke persoonlijke voornaamwoorden ken je allemaal in het Engels?

Slide 4 - Open question

Wat weet je nog over bezittelijke voornaamwoorden in het Engels?

Slide 5 - Open question

Stel, je komt iemand tegen en je wilt hem/haar groeten en vragen hoe het gaat in het Engels. Wat zou je dan kunnen zeggen?

Slide 6 - Open question

Zet de woorden bij de juiste vorm
Persoonlijke voornaamwoorden
Bezittelijke voornaamwoorden
Their
I
My
It
She
Its

Slide 7 - Drag question

Wat is het Engelse persoonlijke voornaamwoord voor 'wij'?
A
us
B
we
C
you
D
them

Slide 8 - Quiz

Wat betekent het woord games console?
A
Spelcomputer
B
Spelletjes
C
Spel apparaat
D
Spelcomputers

Slide 9 - Quiz

Welke woorden zijn allemaal familieleden?
A
Father
B
Niece
C
Grandmother
D
Friend

Slide 10 - Quiz

Hoe schrijf je in het Engels dat je allergisch bent voor noten?

Slide 11 - Open question

Vertel in het Engels waar je woont

Slide 12 - Open question

Het werkwoord 'to be' betekend?
A
Gaan
B
Zijn
C
Worden
D
Hopen

Slide 13 - Quiz

Hoe vertaal je 'zij zijn'?
A
They are
B
Them are
C
They were
D
We are

Slide 14 - Quiz

Wat is de vertaling van 'contest'?

Slide 15 - Open question

Hoe omschrijf je in het Engels wat deze mevrouw aan het doen is?

Slide 16 - Open question

Wat is deze mevrouw aan het doen?

Slide 17 - Open question

Van welke landen zijn deze vlaggen? (In het Engels)

Slide 18 - Open question

Schrijf een stukje over jezelf in het Engels waarin je iets zegt over je hobbies en lievelingseten.

Slide 19 - Open question

Schrijf een zin in het Engels waarin je het werkwoord 'to be' gebruikt.

Slide 20 - Open question

Lesdoel:
Je kent de stof en hebt vertrouwen in het proefwerk.
A
Ja
B
Nee
C
Een beetje
D
Ik weet het niet

Slide 21 - Quiz

Als je 'nee' hebt ingevuld, hoe kan je er dan voor zorgen dat het een 'ja' wordt?

Slide 22 - Open question

Are there any questions? 
See you this afternoon! 

Slide 23 - Slide