3.3 Herhalingsles EZ afschrijven Havo 5

De eenmanszaak - kosten en uitgaven
Herhalingsles
Deel 2: afschrijving
1 / 18
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

De eenmanszaak - kosten en uitgaven
Herhalingsles
Deel 2: afschrijving

Slide 1 - Slide

Leerdoelen kosten en uitgaven - Afschrijving
  • Je kunt uitleggen wat afschrijven van vaste activa betekent en de afschrijvingskosten berekenen.
  • Je kunt de afschrijvingskosten van vaste activa berekenen.
  • Je kunt het jaarlijkse afschrijvingspercentage berekenen.
  • Je kunt het verschil tussen economische en technische levensduur uitleggen.
  • Je kunt de boekwaarde van vaste activa berekenen.

Slide 2 - Slide

Wat weet je nog....
We beginnen met een aantal herhalingsoefeningen...

Snap je de oefeningen helemaal dan kun je na de oefeningen aan de slag met 3.29 en 3.31

Snap je de oefening niet/ niet helemaal dan volgt er een uitleg

Slide 3 - Slide

Er is een grote productiemachine gekocht voor € 100.000. De machine gaat naar verwachting 14 jaar mee. Na 14 jaar kan de machine verkocht worden voor € 30.000. Wat is de maandelijkse afschrijving? Hele euro's

Slide 4 - Open question

Er is een grote productiemachine gekocht voor € 100.000. Levensduur 14 jaar. Restwaarde 30.000

Wat is de boekwaarde begin jaar 10?

Slide 5 - Open question

Bij de bakfiets van € 4.400 waren de afschrijvingskosten € 500.
Het jaarlijkse afschrijvingspercentage is xx,x% (vul de getallen op de x in)

Slide 6 - Open question

Ik heb een laptop aangeschaft. Op zich kan ik daar wel 8 jaar mee doen. Maar na 5 vijf jaar heeft 'ie z'n beste tijd wel gehad en kan ik beter een nieuwe kopen. Wat is de economische levensduur? En de technische levensduur?
A
Economische: 5 jaar Technische: 8 jaar
B
Economische: 5 jaar Technische: 5 jaar
C
Economische: 8 jaar Technische: 5 jaar
D
Economische: 8 jaar Technische: 8 jaar

Slide 7 - Quiz

Met welke levensduur worden de afschrijvingskosten berekend?
A
Economische levensduur
B
Technische levensduur

Slide 8 - Quiz

En... Wat is je conclusie na de oefeningen?
Ik doe mee met de uitleg
Ik ga in alle rust en stilte aan de slag met 3.29 en 3.31

Slide 9 - Poll

Afschrijven
....betreft een waardevermindering van de vaste activa.

Hierin onderscheid tussen de economische levensduur (periode waarover wordt afgeschreven) en technische levensduur (periode dat het product functioneert)

De waardevermindering wordt meegenomen in de bedrijfskosten

Slide 10 - Slide

De formule en begrippen


Aanschafwaarde: De waarde van het product / de waarde die een vervangend product heeft in de toekomst
Restwaarde: De waarde waartegen het oude product nog verkocht voor gaat worden
Levensduur: het aantal jaar dat het product meegaat
Boekwaarde: De waarde van het product in het bedrijf (aanschaf - de reeds geboekte afschrijvingen)
Afschrijving=LevensduurAanschafwaardeRestwaarde

Slide 11 - Slide

Rekenen met afschrijving


Tring tring maakt onder andere gebruik van de Urban Arrow met een waarde van €  4.400. Vanwege intensief gebruikt gaat de fiets slechts 8 jaar mee. Na 8 jaar heeft de fiets een restwaarde van € 400.

Wat zijn de jaarlijkse kosten van de bakfiets (afgezien van onderhoud)?

Afschrijving=LevensduurAanschafwaardeRestwaarde

Slide 12 - Slide

Tring tring maakt onder andere gebruik van de Urban Arrow met een waarde van € 4.400. Vanwege intensief gebruikt gaat de fiets slechts 8 jaar mee. Na 8 jaar heeft de fiets een restwaarde van € 400.

Wat zijn de jaarlijkse kosten van de bakfiets (afgezien van onderhoud)?
Afschrijving=LevensduurAanschafwaardeRestwaarde

Slide 13 - Open question

Tring tring maakt onder andere gebruik van de Urban Arrow met een waarde van € 4.400. Vanwege intensief gebruikt gaat de fiets slechts 8 jaar mee. Na 8 jaar heeft de fiets een restwaarde van € 400.

Wat is waarde van de bakfiets na 3 jaar?

Slide 14 - Open question

Jaarlijkse afschrijvingspercentage




Bij de bakfiets van €  4.400 waren de afschrijvingskosten € 500, het jaarlijkse afschrijvingspercentage is € 500 / € 4.400 x 100 = 11,4%
aanschafprijsafschrijvingskosten100

Slide 15 - Slide

Rekenen met afschrijving







Let op! Afschrijvingskosten zijn geen uitgaven,  het zijn wel kosten

Slide 16 - Slide

Leerdoelen kosten en uitgaven - Afschrijving
  • Je kunt uitleggen wat afschrijven van vaste activa betekent en de afschrijvingskosten berekenen.
  • Je kunt de afschrijvingskosten van vaste activa berekenen.
  • Je kunt het jaarlijkse afschrijvingspercentage berekenen.
  • Je kunt het verschil tussen economische en technische levensduur uitleggen.
  • Je kunt de boekwaarde van vaste activa berekenen.

Slide 17 - Slide

Zelfstandig aan de slag met...
- 3.29 Drie keer afschrijvingskosten
- 3.31 Xtravisie

Deze opgave is huiswerk indien je de opgave deze les niet kan afronden.

Slide 18 - Slide