This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slide.
Items in this lesson
Doggybag: gedoe of steuntje in de rug?
Doggybag: gedoe of steuntje in de rug?
Slide 1 - Slide
Een tekst kan op verschillende manieren ingeleid worden. bijvoorbeeld door 1 de aanleiding voor het schrijven van de tekst geven 2 een anekdote vertellen 3 een voorbeeld geven bij het onderwerp van de tekst 4 zijn eigen mening geven
Welke manieren worden in alinea 1 en 2 gebruikt om de tekst in te leiden?
A
1 en 2
B
1 en 4
C
2 en 3
D
2 en 4
Slide 2 - Quiz
“Werken om voedselverspilling tegen te gaan, is meer dan een nobel streven. Het is een morele verplichting ten opzichte van de hongerigen op de wereld en op termijn bittere noodzaak.” (regels 19-24)
Wat is het verband tussen deze twee zinnen? De tweede zin...
A
geeft een gevolg van wat er in de eerste zin gesteld wordt.
B
geeft een uitwerking bij wat er in de eerste zin gesteld wordt.
C
geeft een voorbeeld bij wat er in de eerste zin gesteld wordt.
D
vormt samen met de eerste zin een opsomming.
Slide 3 - Quiz
Volgens alinea 3 is werken om voedselverspilling tegen te gaan op termijn bittere noodzaak. De schrijver geeft in deze alinea twee redenen voor deze noodzaak.
Citeer de woordgroep waarin deze twee redenen aangegeven worden.
Slide 4 - Open question
Citeer de zin uit alinea 4 die het duidelijkst aangeeft waarom de grote voedselverspilling een probleem is.
Slide 5 - Open question
De schrijver noemt in alinea 5 en alinea 6 drie verschillende redenen waarom de doggybag in Nederland nog niet gebruikelijk is.
Noteer deze drie redenen.
Slide 6 - Open question
De schrijver gelooft niet dat een doggybagwet echt verschil gaat maken bij onwillige restauranthouders. Toch vindt hij dat zo’n wet er wel moet komen.
Citeer de zin uit alinea 7 die het duidelijkst zijn argument hiervoor weergeeft.
Slide 7 - Open question
“Die hebben toch al zoveel op hun bord.” (regels 79-80) Deze zin kan zowel letterlijk als figuurlijk bedoeld worden.
Leg uit wat de figuurlijke betekenis is. Gebruik voor je antwoord maximaal 10 woorden.
Slide 8 - Open question
Een schrijver kan een tekst op verschillende manieren afsluiten: 1 door een aanbeveling te doen 2 door een conclusie te trekken 3 door een samenvatting te geven 4 door een toekomstverwachting te geven 5 door een waarschuwing te geven Welke drie manieren vind je terug in alinea 8?
Slide 9 - Open question
Wat is het belangrijkste doel van de schrijver van deze tekst? De schrijver wil ...
A
de Nederlandse lezer informeren over de doggybagwet
B
de Nederlandse lezer overtuigen van het belang van een doggybagwet.
C
de Nederlandse overheid informeren over het gebruik van een doggybag.
D
de Nederlandse overheid overtuigen van het belang van een doggybag.
Slide 10 - Quiz
Hoe kun je de hoofdgedachte van deze tekst het beste weergeven?
A
De Franse overheid voldoet aan haar morele verplichting ten opzichte
van alle hongerigen op de wereld met de doggybagwet.
B
Het invoeren van een doggybagwet is de oplossing voor het
voedselprobleem veroorzaakt door het Westen.
C
Het invoeren van een doggybagwet kan mensen steunen in de strijd
om voedselverspilling tegen te gaan.
D
Restauranthouders in Nederland zouden hun klanten sneller een
doggybag mee moeten geven.