This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
H7
Slide 1 - Slide
H7
Slide 2 - Slide
Soorten stoffen
stroomgeleiding
vast: - vloeibaar: -
vast: + vloeibaar: +
vast: - vloeibaar: +
Slide 3 - Slide
Metaalrooster
-Doordat de geladen vrije elektronen altijd kunnen bewegen kan een
metaal altijd (vloeibaar en vast) stroom geleiden.
-Hier zie je een metaalrooster met positieve metaalionen en daartussen de negatieve vrije elektronen. De negatieve elektronen houden de positieve ionen bij elkaar. Dit noem je de metaalbinding.
Slide 4 - Slide
Legeringen
-Een legering is een afgekoeld mengsel van samengesmolten metalen
-Een legering heeft andere stofeigenschappen dan de afzonderlijke metalen
-legeringen zijn niet zo makkelijk
te vervormen, ook verandert meestal de edelheid en het smeltpunt
Slide 5 - Slide
Vervormbaarheid van metalen
Als het metaal verwarmd wordt dan is het redelijk makkelijk te vervormen omdat je de ionen langs elkaar kunt bewegen zonder het patroon te verstoren.
Slide 6 - Slide
Overzicht
Slide 7 - Slide
Maak de zin af:
In een metaalrooster..
A
wisselen positieve en negatieve ionen elkaar af
B
worden positief geladen metaalionen omringd door vrijbewegende elektronen
Slide 8 - Quiz
Wat is de samenstelling van de legering brons?
A
Koper en tin.
B
Koper en zink.
C
Koper, aluminium, zink en tin.
D
Tin en lood.
Slide 9 - Quiz
Moleculaire stoffen
Slide 10 - Slide
Moleculaire stoffen
Moleculaire stoffen bestaan uit:
- Moleculen (atomen aan elkaar geplakt)
Moleculaire stoffen geleiden niet, want: - geen geladen deeltjes
Moleculaire stoffen hebben:
-meestal een laag kookpunt en smeltpunt
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Vanderwaalsbinding en kookpunt
De aantrekkingskracht tussen moleculen noem je vanderwaalskrachten.
Deze krachten zorgen voor aantrekking en vormen de vanderwaalsbinding (VdW)
Hoe groter de molecuulmassa, hoe sterker de VdW-binding
De vorm van het molecuul, hoe ronder hoe zwakker de vdW kracht (dimethylpropaan)
Slide 13 - Slide
De hoogte van het smelt- en kookpunt van een stof hangt samen met de sterkte van de Vanderwaalsbinding.
Hoe sterker de Vanderwaalsbindingen tussen moleculen in een stof, hoe hoger het kookpunt van die stof
Conclusie?
Slide 14 - Slide
Moleculaire stoffen zijn opgebouwd uit:
A
metalen én niet-metalen
B
ionen
C
niet-metalen
D
metalen
Slide 15 - Quiz
Hoe groter/zwaarder de moleculen zijn des te ....... zijn de Vanderwaalsbindingen