This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Nederlands
Fictie en non-fictie
Realistisch en niet-realistisch
Slide 1 - Slide
Weten
Je weet wat het verschil is tussen fictie en non-fictie.
Je weet wat het verschil is tussen realistischenniet-realistisch.
Kunnen
Je kunt verschillende voorbeeldengeven van fictie en non-fictie.
Je kunt in eigen woorden uitleggenof een verhaal meer of minder realistisch is.
Slide 2 - Slide
Wat is fictie?
A
Een informatieve tekst
B
Een verzonnen verhaal
C
Alle boeken
D
Een waargebeurd verhaal
Slide 3 - Quiz
Bedenk een voorbeeld bij fictie
Slide 4 - Mind map
Fictie
Een schrijver kan verzonnen verhalen vertellen. Deze verhalen noem je fictie.
Sprookjes, leesboeken, stripverhalen, films, soaps en gedichten.
Slide 5 - Slide
Bedenk een voorbeeld bij non-fictie
Slide 6 - Mind map
Dit boek is ...
A
fictie
B
non-fictie
Slide 7 - Quiz
Non-fictie
Een schrijver kan ook schrijven over dingen die echt gebeurd zijn. Deze verhalen noem je non-fictie.
Schoolboeken, kookboeken en nieuwsberichten.
Slide 8 - Slide
Dit boek is ...
A
fictie
B
non-fictie
Slide 9 - Quiz
Dit boek is ...
A
fictie
B
non-fictie
Slide 10 - Quiz
Dit boek is ...
A
fictie
B
non-fictie
Slide 11 - Quiz
lessonup.com
Slide 12 - Link
Dunne grens
Het is belangrijk om het onderscheid te maken tussen fictie en non-fictie. Maar dat is niet altijd gemakkelijk.
Wat dacht je van een boek over Hitler die zich ontpopt tot een bekende kunstenaar? Het hoofdpersonage is gebaseerd op een bestaande historische figuur, maar het is duidelijk verzonnen.
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Video
Dit boek is ...
A
fictie
B
non-fictie
Slide 15 - Quiz
Realistisch
Wat in het verhaal gebeurt, kan in de werkelijkheid ook echt gebeuren.
Bijv. De boeken van Carry Slee
Niet-realistisch
Wat in het verhaal gebeurt, kan niet in de werkelijkheid gebeuren.
Bijv. Sprookjes en fantasy
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Video
Oefenen
.
Lees
Klassikaal lezen tekst 1 'De wolf en de zeven geitjes' en tekst 2 'Drie op vier jongeren kunnen niet zonder gsm'.
Maak
Opdracht 1 en opdracht 2
Hoe
Op het stencil
Tijd
15 minuten
Eerder klaar
Maak de kruiswoordpuzzel op www.bookwidgets.com/play code: SFL7ASV
Resultaat
Klassikaal bespreken
timer
15:00
Slide 18 - Slide
Conclusie
- Het verschil tussen fictie en non-fictie is niet altijd duidelijk. Bijv. een bestaande historische figuur in een verzonnen verhaal.
- Minstens één verzonnen element in een boek = fictie. Denk aan "fictie = fantasie".
- Enkel en alleen feiten = non-fictie
- Fictie die 'net echt' is noemen we realistisch. - Fictie die niet waar kan zijn noemen we niet-realistisch.
Slide 19 - Slide
Wat is volgens jou het verschil tussen fictie en non-fictie?
Slide 20 - Open question
Wat is volgens jou het verschil tussen een realistisch en een niet-realistisch verhaal?