What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
TH 2 - Landschap herhaling
jong gebergte
oud gebergte
1 / 28
next
Slide 1:
Slide
Aardrijkskunde
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2
This lesson contains
28 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
jong gebergte
oud gebergte
Slide 1 - Slide
Jonge en oude gebergten
-Jonge gebergten: veel relief, puntig
-Oude gebergten: afgevlakt, minder relief
Slide 2 - Slide
Welke uitspraak is juist?
A
Bij jonge gebergtes heeft veel verwering plaatsgevonden.
B
Bij oude gebergtes heeft veel verwering plaatsgevonden.
C
Het gebergte is verweerd, dus de pieken zijn steil.
D
Het gebergte is verweerd, de dalen worden steeds dieper.
Slide 3 - Quiz
Het plaatje laat allemaal stenen in de rivier zien. Die stenen zijn van de berg afgebroken. Welk woord past daarbij?
A
Erosie
B
Lawine
C
Verwering
D
Puinhelling
Slide 4 - Quiz
De Pyreneeën kom je tegen ...
A
Op de grens van Zwitserland en Italië
B
Op de grens van Zwitserland en Frankrijk
C
Op de grens van Frankrijk en Spanje
D
Op de grens van Oostenrijk en Italië
Slide 5 - Quiz
Wat is erosie?
A
Het neerleggen van klei/zand/grind
B
Het verbrokkelen van gesteente onder invloed van het weer
C
Het omhoog drukken van de oceaanbodem
D
Het afschuren van gesteente door wind, water of ijs
Slide 6 - Quiz
Verwering is...
A
Transport door wind, ijs of water
B
Het uiteen vallen van gesteente
C
Het uitslijten van gesteente
D
Het neerleggen van gesteente
Slide 7 - Quiz
Wat is de juiste volgorde?
A
Sedimentatie-erosie-verwering
B
Erosie-verwering-sedimentatie
C
Verwering-erosie-sedimentatie
D
Erosie-sedimentatie-verwering
Slide 8 - Quiz
Plantenwortels zorgen voor
A
Erosie
B
Verwering
Slide 9 - Quiz
Welke vorm van verwering zie je?
A
Mechanische verwering
B
Chemische verwering
Slide 10 - Quiz
Welke zinnen horen bij mechanische verwering en welke zinnen horen bij chemische verwering?
Mechanische verwering
Chemische verwering
Gesteente verandert van samenstelling.
Deze soort verwering gaat snel bij grote temperatuursverschillen.
Gesteente valt uiteen in kleinere stukken.
Veel vocht en een hoge temperatuur versnellen dit type verwering.
Slide 11 - Drag question
Dit dal is duidelijk gemaakt door
A
de zee
B
een gletsjer
C
een berg beek
D
een grote rivier
Slide 12 - Quiz
Op welke foto zie je een stuwwal?
A
B
C
Slide 13 - Quiz
Het stuwwallenlandschap behoort bij
A
hoog Nederland
B
laag Nederland
Slide 14 - Quiz
Stuwwallen worden soms onderbroken door dalen, dit zijn ...
A
U-dalen
B
V-dalen
C
Smeltwaterdalen
Slide 15 - Quiz
Welk woord hoort niet in het rijtje?
Hoog Nederland – zwerfstenen – zand – onvruchtbaar – klei – stuwwallen
A
Klei
B
Zand
C
stuwwallen
D
onvruchtbaar
Slide 16 - Quiz
Het neerleggen van materiaal als de transportsneheid van water, wind of ijs afneemt heet:
A
Sedimentatie
B
Reliëf
C
Verwering
D
Zwerfstenen
Slide 17 - Quiz
De benedenloop van de Rijn ligt in dit land:
A
Duitsland
B
Nederland
C
Italië
D
Zwitserland
Slide 18 - Quiz
In de benedenloop stromen rivieren …
A
snel, omdat er veel reliëf is.
B
snel, omdat het gebied uit gesteente bestaat.
C
langzaam, omdat er weinig reliëf is.
D
langzaam, omdat het gebied uit zand en klei bestaat.
Slide 19 - Quiz
Welke foto is in de benedenloop gemaakt?
A
B
C
D
Slide 20 - Quiz
Wat is een polder?
A
Een stuk land omringd door dijken waarbinnen de waterstand geregeld wordt
B
Een polder is een lager gelegen gebied in hoog Nederland
C
Een polder is een stuk 'wad' in zee die soms droog komt te liggen bij eb
D
Een polder is een hoger gelegen land dan de omgeving
Slide 21 - Quiz
Wat is veen?
A
Een grondsoort dat is ontstaan uit resten van dode planten.
B
Fijn sediment dat door de zee is afgezet.
C
Fijn zand dat door de wind is afgezet.
D
Landschap waar de mens invloed op had.
Slide 22 - Quiz
Gebruik figuur 1 van een zeekleipolder.
Gemalen zijn nodig in de zeekleigebieden om
water weg te pompen. Wat voor water pompen
de gemalen vooral weg?
A
Regenwater
B
Rivierwater
C
Zeewater
Slide 23 - Quiz
De zeespiegelstijging nam af. Zeeklei is afgezet door...
A
stormen
B
getijdenwerking
C
rivieren
D
mensen
Slide 24 - Quiz
Vul de goede woorden in:
Zeeklei ontstond in 1. ... achter de duinen en veen in 2. ...
A
1. = kleigebieden 2. = rivierbeddingen
B
1. = rivierbeddingen 2. = kleigebieden
C
1. = de Waddenzee 2. = moerassen
D
1. = moerassen 2. = de Waddenzee
Slide 25 - Quiz
Hoe komt het dat de binnendijkse gebieden tegenwoordig lager liggen dan de buitendijkse gebieden?
A
door erosie in het binnendijkse gebied
B
door erosie in het buitendijkse gebied
C
door sedimentatie in het binnendijkse gebied
D
door sedimentatie in het buitendijkse gebied
Slide 26 - Quiz
Het binnendijks gebied
A
is beschermd door dijken en overstroomd niet
B
is niet beschermd door dijken en kan overstromen
Slide 27 - Quiz
Wat is géén kenmerk van zand?
A
Ligt in hoog-Nederland
B
Is niet zo vruchtbaar
C
Vind je veel op de stuwwallen
D
Kwam na de ijstijd naar Nederland
Slide 28 - Quiz
More lessons like this
TH 2 - Landschap herhaling
September 2023
- Lesson with
34 slides
Aardrijkskunde
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2
Herhaling k2 H1
13 days ago
- Lesson with
26 slides
Aardrijkskunde
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 1
Leerroute 2
H 2 Landschappen - herhaling
April 2021
- Lesson with
45 slides
Aardrijkskunde
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Herhaling voor §5.1
May 2024
- Lesson with
47 slides
Aardrijkskunde
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
H1 Landschappen - HT2
October 2023
- Lesson with
27 slides
Aardrijkskunde
Middelbare school
vmbo lwoo, t, havo
Leerjaar 2
H 1 Landschappen - herhaling p. 1-4
October 2022
- Lesson with
51 slides
Aardrijkskunde
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
H1.3 loop van de rivier
October 2023
- Lesson with
17 slides
Aardrijkskunde
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
herhaling quiz
September 2024
- Lesson with
48 slides
Aardrijkskunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2