Les 1 Voorwerpbeschrijving

• HTV Praktijk
• MBO
• Studiejaar 1

Voorwerpbeschrijving

Structuur van de les:

• Lesdoelen
• Nut en noodzaak = competenties
• Voorkennis activeren
• Instructie
• Oefenen
• Evalueren en reflecteren
• Terugblikken lesdoelen
• Vooruitblikken volgende les
• Afsluiting van de les 

Lesdoelen:

• Aan het einde van de les weet ik waarom het beschrijven van een voorwerp belangrijk is.
• Aan het einde van de les heb ik geoefend met het beschrijven van een voorwerp.
• Aan het einde van de les kan ik een voorbeeld noemen van een situatie waarin ik een voorwerp zou moeten kunnen beschrijven.

Nut en noodzaak = competenties

• Het objectief kunnen beschrijven van een voorwerp. 
• Belangrijk voor processen-verbaal.
• Leren om geen aannames of interpretaties te maken.

Voorkennis activeren:

In welke situaties moet je een voorwerp kunnen omschrijven?

Instructie

Beschrijf dit voorwerp:

Voorwerpbeschrijving:

• Hoe ga je te werk?
  
• Als een camera die inzoomt.
  
• Van algemeen naar bijzonder.
  
• Van groot naar klein.

Beschrijven volgens:

• Positie → Van waaruit jij naar het voorwerp kijkt.
• Omgeving → Waarin het voorwerp zich bevindt.
  
• Wat voor voorwerp → Wat is het?
  
• Positie → Positie van het voorwerp in de omgeving/ruimte
  
• Bijzonderheden → beschrijf bijzonderheden van het voorwerp.

Omschrijf de volgende voorwerpen zoals hiervoor besproken.

Bijzonderheden

Beschrijf je omdat het er om

gaat dat het voorwerp ook

buiten zijn omgeving herkent

moet worden.

Waar herken jij jouw fiets?

De opdracht!

Opdracht uitleg docent:

Verdeel de groep 1 tweetallen. Laat ze een maatje kiezen met wie ze nog niet hebben samengewerkt.

1 groep gaat mee naar de kant van de praktijkstraat. Daar leg je verschillende voorwerpen neer. De studenten kiezen zelf een voorwerp die ze moeten beschrijven. Ze mogen kleuren en vormen noemen, of er cijfers of letters op staan maar mogen niet benoemen wat er dan op staat beschreven. Ook mag er niet benoemd worden waar het voorwerp voor dient.

De andere groep wacht rustig af en heeft geen pen en papier nodig. Wanneer de 1e groep klaar is krijgen ze 1 minuut de tijd om de voorwerpomschrijving door te geven aan hun maatje. Deze moet het onthouden. Wanneer de minuut voorbij is krijgt de groep die zojuist de omschrijving heeft gekregen de opdracht om zo snel mogelijk 2 rondjes om de school te rennen. Bij terugkomst ligt er een rebus klaar. Deze moet eerst opgelost worden en wordt afgecheckt bij de docent. Wanneer het antwoord goed is mogen ze de praktijkruimte in om te kijken welk voorwerp voldoet aan de beschrijving. Dit wordt gecheckt bij hun maatje.

Na deze oefening worden de rollen omgedraaid. Nieuwe voorwerpen en nieuwe rebus.

Evalueren/ reflecteren

Schrijf voor jezelf op:

• Welke vaardigheden en kwaliteiten heb je vandaag ingezet?
• Op welke wijze passen deze vaardigheden straks in het werkveld?
• Welke vaardigheden vond je nog lastig?
• Wie of wat heb je hiervoor nodig?

Lesdoelen:

• Aan het einde van de les weet ik waarom het beschrijven van een voorwerp belangrijk is.
• Aan het einde van de les heb ik geoefend met het beschrijven van een voorwerp.
• Aan het einde van de les kan ik een voorbeeld noemen van een situatie waarin ik een voorwerp zou moeten kunnen beschrijven.

Vooruitblik volgende les:

• Communicatie en gesprekstechnieken les 4

Huiswerk:

• Lezen bladzijde 1-17 = 1.6