Dat is de eerste stap voor het maken van een pecha kucha.
Je weet wie de schrijver is en wat de titel van je boek is.
Je gaat nu een foto van de omslag van het boek zoeken.
Deze foto plaats je in een Powerpoint.
Slide 2 - Slide
Dia 1- de omslag
PPT: Passende foto invoegen van de voorkant van het boek.
In de PPT staan geen woorden.
TEKST: schrijf een tekst over de omslag van het boek; moet 20 seconden duren.
timer
10:00
Slide 3 - Slide
Dia 2
Schrijver – vertel kort wat over (het leven en werk van) de schrijver.
Slide 4 - Slide
Dia 3
Dia 3: samenvatting – geef in een paar zinnen weer waar het boek over gaat.
Slide 5 - Slide
Dia 4 (9 oktober)
Dia 4: titelverklaring – verklaar de titel.
Slide 6 - Slide
Dia 5
Dia 5: genre – vertel waarom dit boek bij een bepaald genre hoort.
Slide 7 - Slide
Dia 6
Dia 6: personages – vertel kort iets over de hoofdperso(o)n(en) of andere opvallende personage.
zijn kernmerken van deze ruimte?
Slide 8 - Slide
Dia 7 (16 oktober)
Dia 7: tijd – geef kort aan in welke tijd het verhaal zich afspeelt en geef voorbeelden waardoor dit duidelijk wordt.
Slide 9 - Slide
Dia 8
Dia 8: ruimte – vertel kort iets over de ruimte in het verhaal. Wat zijn de kenmerken van deze ruimte(s).
Slide 10 - Slide
Dia 9
Dia 9: vertelsituatie en perspectief – geef aan bij wie het perspectief ligt, van welke vertelsituatie er sprake is.
Slide 11 - Slide
Dia 10 (30 oktober)
Dia 10: opbouw – bespreek de opbouw van het boek (denk aan delen, hoofdstukken, tijdsprongen, tijdsverloop)
Slide 12 - Slide
Dia 11
Dia 11: thema / motieven – ga in op het centrale probleem van het boek en de motieven die daarbij een rol spelen.
Slide 13 - Slide
Dia 12
Dia 12: persoonlijke beoordeling – geef aan wat jij van het boek vond (waarom zou je het boek wel of niet moeten lezen?).
Slide 14 - Slide
Inleveren
Je levert de PPT twee dagen van tevoren in:
VRIJDAG 10 november in Magister.
Slide 15 - Slide
12 dia's in een PPT
Iedere afbeelding duurt exact twintig seconden. Bij iedere afbeelding geef je een korte toelichting. Je mag hierbij geen spiekbriefjes of spreekkaartjes gebruiken. Je gebruikt de Powerpointpresentatie (ppt) die de docent met je deelt. De volgende punten moeten worden behandeld tijdens de presentatie.
Slide 16 - Slide
EISEN
1. Zoek voor iedere dia een toepasselijke afbeelding (zonder tekst). Deze afbeelding moet ervoor zorgen dat jij twintig seconden informatie kan geven over het betreffende onderwerp. De afbeelding moet toepasselijk en boeiend genoeg zijn om twintig seconden naar te kijken.
Slide 17 - Slide
Eisen
2.De afbeelding moet het beeldvlak totaal vullen en de kwaliteit moet goed zijn.
3. De plaatjes dienen enkel als illustratie, de gesproken tekst is ontzettend belangrijk. Je wordt dan ook voornamelijk beoordeeld op spreekvaardigheid en inhoud.
4. Door deze diavoorstelling moet jij je goed voorbereiden op de daadwerkelijke presentatie. Oefen de presentatie dus meerdere keren!
Slide 18 - Slide
Eisen
5. Het is niet toegestaan om spiekbriefjes of spreekkaartjes te gebruiken. Het (oog)contact met het publiek is belangrijk. Op deze manier zorg je ervoor dat de informatie duidelijk over komt.
Slide 19 - Slide
Eisen
6.De Pecha Kucha moet twee dagen van tevoren worden ingeleverd.
7. Zorg ervoor dat je precies genoeg tekst hebt. Te veel tekst zorgt er bijvoorbeeld voor dat het spreektempo te hoog wordt en je dus niet goed te verstaan bent.
Slide 20 - Slide
Slide 1 - Aan de slag
1. Kies de Omslag/afbeelding van het boek
2. Geef een korte introductie van het boek door het omslag te bespreken (schrijver, titel, uitgever, afbeelding).