Als je schattend rekent met tijd, dan bepaal je hoelang iets ongeveer duurt of hoeveel tijd iets ongeveer kost.
Van sommige activiteiten weet je hoelang ze ongeveer duren:
In 1 uur loop je ongeveer 5 kilometer.
In 1 uur fiets je ongeveer 15 tot 20 kilometer.
In 1 uur rijd je met de auto op de snelweg 100 tot 130 kilometer.
Een zachtgekookt ei leg je ongeveer 4 minuten in kokend water. Een hardgekookt ei kook je ongeveer 10 minuten.
Een gerecht met bladerdeeg bak je in ongeveer 15 tot 20 minuten in de oven.
Een reguliere les duurt ongeveer 50 minuten tot een uur.
Een seconde duurt ongeveer net zo lang als het uitspreken van het woord ‘eenentwintig’.
Je hartslag is in rust tussen de 60 en 100 slagen per minuut.