Les 5 "En nog meer grammatica"

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Programma

1. Huiswerk vergelijken

2. Het voltooid deelwoord van regelmatige werkwoorden

Werkwoorden met een stam op -d of -t en (op -n of -m)

ich = stam + e

du = stam+ est

er/sie/es = stam + et

wir = stam + en

ihr = stam + et

sie/Sie = stam + en

Werkwoorden met een stam op een s-klank

ich = stam + e

du = stam + t

er/sie/es = stam + t 

wir = stam + en 

ihr = stam + t

sie/Sie = stam + en

Het huiswerk vergelijken

WB blz. 13 en 14 

(opdracht 4.3) 

WB blz. 14 en 15 

(opdracht 4.4 en 4.5)

Het voltooid deelwoord 

van regelmatige werkwoorden

Standaardgroep 

ge + stam + t 

Werkwoorden met een stam op -d of -t en (op -n of -m)

ge + stam + et

Werkwoorden met een stam op een s-klank 

ge + stam + t

Hoe gebruik ik een voltooid deelwoord?

In combinatie met een vorm van haben of sein! 

(hebben of zijn)

Ich habe gekocht.

Ik heb gekookt. 

ich habe

du hast

er/sie/es hat

wir haben

ihr habt

sie/Sie haben

ich bin 

du bist

er/sie/es ist

wir sind

ihr seid

sie/Sie sind

Opdracht

Werkboek (Trabi Tour havo/vwo B) blz. 19 

Opdracht 6.3

Maak het voltooid deelwoord:
Kleider kaufen

Maak het voltooid deelwoord:
Zimmer aufräumen

Maak het voltooid deelwoord:
im Supermarkt arbeiten

Maak het voltooid deelwoord:
Hausaufgaben machen

Maak het voltooid deelwoord:
mit Jens tanzen in der Disko

Maak het voltooid deelwoord:
Omas Geburtstag feiern

Maak het voltooid deelwoord:
Musik hören

Maak het voltooid deelwoord:
Nudeln kochen

Maak het voltooid deelwoord:
das Klavierstück von Mozart üben

Wat gaan we volgende keer doen?

SO 1 Periode 3 

Wörterliste B (Kapitel 4)