What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Haben und Sein, Persoonlijk voornaamwoord, Feesttenten regel,
Für den Test
Periode 2
1 / 22
next
Slide 1:
Slide
Duits
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
This lesson contains
22 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Für den Test
Periode 2
Slide 1 - Slide
Persoonlijk Voornaamwoord
Woordjes die een PERSOON aangeven
Slide 2 - Slide
Sleep het juiste Duitse persoonlijk voornaamwoord naar het Nederlandse persoonlijk voornaamwoord
ik
jij
hij
zij (mv)
wij
jullie
het
u
zij
ich
ihr
er
es
wir
du
sie (mv)
Sie
sie
Slide 3 - Drag question
haben und sein
Wat is dat ook al weer?
Slide 4 - Slide
Vul alle vormen van het "haben" in,
Gebruik voor iedere vorm
een nieuw ballonnetje
Slide 5 - Mind map
haben
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
habe
hast
hat
haben
habt
haben
Slide 6 - Drag question
Vul alle vormen van het "sein" in,
Gebruik voor iedere vorm
een nieuw ballonnetje
Slide 7 - Mind map
sein
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
bin
bist
ist
sind
seid
sind
Slide 8 - Drag question
Wat is de juiste vorm van haben of sein?
"Wie alt [...] du?"
A
sind
B
seid
C
bist
D
bin
Slide 9 - Quiz
Wat is de juiste vorm van haben of sein?
"[...] Sie hier schon lange?"
A
sind
B
seid
C
bist
D
ist
Slide 10 - Quiz
Wat is de juiste vorm van haben of sein?
"Mein Name [...] Tara."
A
sind
B
seid
C
bin
D
ist
Slide 11 - Quiz
Wat is de juiste vorm van haben of sein?
"Wir [...] morgen Wochenende."
A
hast
B
haben
C
sind
D
ist
Slide 12 - Quiz
(
fe
)eesttenten
ich stam+
e
du stam+
st
er/es/sie stam +
t
wir stam+
en
ihr stam+
t
sie/Sie stam+
en
Slide 13 - Slide
Hoe maak je de juiste werkwoordsvorm?
Zet de stappen in de juiste volgorde:
1.
2.
3.
ich, du, er, sie, es, wir, ihr, sie, Sie ?
Maak de stam
van het
werkwoord
uitgang toe-voegen aan stam met (fe)esttenten-regel
Slide 14 - Drag question
ich
du
er/ sie/ es
wir
ihr
Sie/ sie
spiel
spiel
spiel
spiel
spiel
spiel
Wat komt er achter de stam
e
st
t
en
en
t
Slide 15 - Drag question
Warten
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
warte
wartest
wartet
warten
wartet
warten
Slide 16 - Drag question
Voltooid deelwoord van zwakke werkwoord
ge + stam + t
Slide 17 - Slide
Normaal vorm je het vdw door ge + stam + t.
Wanneer gebruik je alleen stam + t?
Meerdere antwoorden zijn mogelijk
A
Als het werkwoord eindigt op "-ieren" Bijv: "fotografieren"
B
als je de stam niet hoeft te vinden
C
nooit
D
Als het werkword begint met "be-" of "ver-" Bijv: "... haben besucht"
Slide 18 - Quiz
Wat is het voltooid deelwoord van:
wohnen?
Slide 19 - Open question
Wat is het voltooid deelwoord van:
kennen?
Slide 20 - Open question
Wat is het voltooid deelwoord van:
arbeiten?
Slide 21 - Open question
Wat is het voltooid deelwoord van:
machen?
Slide 22 - Open question
More lessons like this
Haben und Sein, Persoonlijk voornaamwoord, Feesttenten regel,
January 2021
- Lesson with
26 slides
Duits
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Haben und Sein, Persoonlijk voornaamwoord, Feesttenten regel,
March 2022
- Lesson with
28 slides
Duits
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Quiz ter voorbereiding PW
October 2024
- Lesson with
44 slides
3T les 4 het voltooid deelwoord
August 2021
- Lesson with
47 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Kapitel 4 - Verben
February 2023
- Lesson with
30 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Wochequiz 38
September 2024
- Lesson with
25 slides
Duits
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4
werkwoorden tegenwoordige tijd 3GT WH
September 2021
- Lesson with
32 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Grammatik Jahr 3
November 2021
- Lesson with
49 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3