5.4 het zenuwstelsel MH1 BVJ

Welkom MH1A
  • Aanwezigheid.
  • Pak je agenda, etui en boek.
  • Microfoon uit en camera aan!
  • Herhaling 5.3 horen en zien.
  • Uitleg 5.4 het zenuwstelsel.   
Doelen van de les, na afloop van de les:
  - Kun je de onderdelen van het zenuwstelsel benoemen.
  - Kun je de functies van het zenuwstelsel benoemen.
  - Kun je de onderdelen van een zenuwcel benoemen.
  - Kun je de weg die impulsen van en naar de hersenen afleggen benoemen.
1 / 32
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom MH1A
  • Aanwezigheid.
  • Pak je agenda, etui en boek.
  • Microfoon uit en camera aan!
  • Herhaling 5.3 horen en zien.
  • Uitleg 5.4 het zenuwstelsel.   
Doelen van de les, na afloop van de les:
  - Kun je de onderdelen van het zenuwstelsel benoemen.
  - Kun je de functies van het zenuwstelsel benoemen.
  - Kun je de onderdelen van een zenuwcel benoemen.
  - Kun je de weg die impulsen van en naar de hersenen afleggen benoemen.

Slide 1 - Slide

Huiswerk: woensdag 19 mei
  • Lees basisstof 5.4 het zenuwstelsel  
  • Maak van 5.4 opdrachten 1 t/m 4 en 7

Slide 2 - Slide

Wat is een zintuig?
A
Een verandering in de omgeving
B
Elektrische signalen die door zenuwen naar de hersenen worden geleid
C
Een orgaan dat reageert op prikkels
D
De verwerking van impulsen die van de zintuigen komen

Slide 3 - Quiz

Wat is een prikkel?
A
Een verandering in de omgeving
B
Een elektrisch signaal
C
Een zintuig
D
Een waarneming

Slide 4 - Quiz

Wat is een Impuls?
A
Een verandering in de omgeving
B
Een seintje van je zintuig
C
Een speciaal orgaan
D
Een prikkel

Slide 5 - Quiz

Wat vangen de zintuigcellen in je zintuigen op?
A
Impulsen
B
Zenuwen
C
Prikkels
D
Licht

Slide 6 - Quiz

Match de prikkel met het juiste zintuig.
Druk-
zintuig
Evenwichts-
zintuig
Smaak-
zintuig
Gezichts-
zintuig
Tastzintuig
Druk
Licht
Zwaarte-
kracht
Smaak
Lichte aanraking

Slide 7 - Drag question

Zet in de juiste volgorde!
prikkel
zintuig
impuls
zenuw
hersenen
waarneming

Slide 8 - Drag question

Benoem de onderdelen
Oorschelp
Gehoorgang
Trommelvlies
Gehoorbeentjes
Slakkenhuis

Slide 9 - Drag question

Benoem de onderdelen
lens
pupil
netvlies
harde oogvlies
vaatvlies
Glasachtig lichaam
hoornlvlies

Slide 10 - Drag question

Zenuwen
Meerdere uitlopers van zenuwcellen liggen bij elkaar: vormt een zenuw.
Elke uitloper is omringd door een isolerend laagje.
Om een zenuw zit bindweefsel

Slide 11 - Slide

Zenuwen
Meerdere uitlopers van zenuwcellen liggen bij elkaar: vormt een zenuw.
Elke uitloper is omringd door een isolerend laagje.
Om een zenuw zit bindweefsel

Slide 12 - Slide

Zenuwen
Meerdere uitlopers van zenuwcellen liggen bij elkaar: vormt een zenuw.
Elke uitloper is omringd door een isolerend laagje.
Om een zenuw zit bindweefsel

Slide 13 - Slide

Zenuwstelsel
  • Bestaat uit het centrale zenuwstelsel en zenuwen.
  • Het centrale zenuwstelsel bestaat uit de hersenen en het ruggenmerg.
  • De zenuwen verbinden het centrale zenuwstelsel met alle lichaamsdelen.
  • Bij de lichaamsdelen in het hoofd en de hals zijn de zenuwen direct verbonden met de hersenen.
  • De lichaamsdelen in de romp en de ledematen gaan via het ruggenmerg naar de hersenen.

Slide 14 - Slide

Het zenuwstelsel bestaat uit het centrale zenuwstelsel en uit zenuwen
A
waar
B
niet waar

Slide 15 - Quiz

Wat is geen onderdeel van het zenuwstelsel?
A
Hersenen
B
Bekken
C
Ruggenmerg
D
Zenuwen

Slide 16 - Quiz

Ruggenmerg
  • Het ruggenmerg begint bij de hersenen en eindigt bij de lendenwervels.
  • Het ruggenmerg is omgeven door de wervels van het wervelkolom. 

Slide 17 - Slide

Werking zenuwstelsel
  • Zintuigen zetten prikkels om in impulsen.
  • Impulsen gaan via de zenuwen naar de hersenen. 
  • Daar word je je bewust van je waarnemingen.


Slide 18 - Slide

Werking zenuwstelsel
  • Op een waarneming kan je bewust of onbewust reageren.
  • Je hersenen maken nieuwe impulsen.
  • Via de zenuwen gaan deze impulsen naar de onderdelen in je lichaam, die daarop reageren. Een bewuste reactie is bv. het bewegen van je arm. Een onbewuste reactie is bv. het aanmaken van speeksel door speekselklieren.



Slide 19 - Slide

Functie zenuwstelsel
  • Het verwerken van impulsen die afkomstig zijn van zintuigen.
  • Het regelen van de werking van spieren en klieren.

Slide 20 - Slide

Een van de functies van het zenuwstelsel is het verwerken van impulsen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 21 - Quiz

Een van de functies van het zenuwstelsel is het regelen van de werking van spieren en klieren.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 22 - Quiz

Zenuwcel

Slide 23 - Slide

Zenuwen
  • Meerdere uitlopers van zenuwcellen liggen bij elkaar en vormen een zenuw.
  • Elke uitloper is omringd door een isolerend laagje.
  • Om een zenuw zit bindweefsel.

Slide 24 - Slide

Een zenuw bestaat uit meerdere uitlopers van zenuwcellen
A
Juist
B
onjuist

Slide 25 - Quiz

cellichaam
celkern
uitloper

Slide 26 - Drag question

Zelfstandig werken
  • Maak van 5.4 opdrachten: 1 t/m 4 en 7 (huiswerk)
  • Vragen? Stel ze aan de docent of zet ze in de chat
  • Klaar? Werk aan opdrachten 5, 6 en 8 t/m 10

Slide 27 - Slide

Welk onderdeel van het zenuwstelsel is geen onderdeel van het centraal zenuwstelsel
A
Ruggenmerg
B
Grote hersenen
C
Hersenstam
D
Zenuwen

Slide 28 - Quiz

Zet in de juiste volgorde:
Prikkels, worden opgevangen door
door het
. Deze sturen
naar de
, waardoor je
De hersenen maken impulsen die eerst 
via de
naar de
en
gaan.
waarneemt. Hierdoor kun je er op reageren.
ruggenmerg
klieren
spieren
hersenen
zenuwen
zintuigen
impulsen

Slide 29 - Drag question

Wat zijn de functies van het zenuwstelsel?

Slide 30 - Open question

Antwoord:
  1. Het verwerken van impulsen die afkomstig zijn van zintuigen.
  2. Het regelen van de werking van spieren en klieren.

Slide 31 - Slide

cellichaam
celkern
uitloper

Slide 32 - Drag question