toetsweek 3: WOII

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

toetsweek 3: WOII

ter voorbereiding voor de toets

Tweetallen

1) Wat is een kenmerk van de NSDAP? Maak de zin af:

De NSDAP is een partij …

1. ...die voor een dictatuur is
2. ...die voor samenwerking met de communisten is
3. ...die voor vrijheid van meningsuiting is
4. ...die voor vrije verkiezingen is

Wat is past NIET bij de NSDAP?

1. Antisemitisme
2. Geweld is goed
3. Herstelbetalingen
4. Een leider over de nationaal socialisten

Leg uit waarom Hitler Oostenrijk en Sudetenland wilde.

Waarom accepteerden Frankrijk en Engeland de eisen van Hitler met betrekking tot Sudetenland zo gemakkelijk?

Wat hield de appeasementpolitiek in?
Gebruik in je antwoord:
Conferentie van München, Engeland, Hitler, Sudetenland, oorlog

begrippen:
bondgenootschap tussen Duitsland, Italië en Japan tijdens WOII.

Wie zijn de geallieerden en de overwinnaars van WOII

1. Sovjet Unie, Italië, Frankrijk
2. Verenigde Staten, Engeland, Sovjet Unie
3. Engeland, Frankrijk, Verenigde Staten
4. Sovjet Unie, Verenigde Staten, Frankrijk

Wat is Pearl Harbor?

1. Een Amerikaanse lanceerbasis.
2. Een Amerikaanse legerbasis.
3. Een Amerikaanse luchtmachtbasis.
4. Een Amerikaanse marinehaven.

Wat was het gevolg van de aanval Pearl Harbor

1. Japan gaat meedoen in de oorlog
2. De V.S. gaat mee doen in de oorlog
3. Italië gaat mee doen in de oorlog
4. Rusland gaat mee doen in de oorlog

Wanneer werd Pearl Harbor aangevallen?

1. feb 1940
2. feb 1941
3. dec 1940
4. dec 1941

Antisemitisme is:

1. Samenwerken met de bezetter van een land
2. De moord op 6 miljoen Joden in WO II
3. Aanhangers van de NSDAP en de ideeën van Hitler
4. De haat tegen Joden

Wat is een gevolg voor Nederlanders in Indonesië tijdens de Japanse bezetting?

1. Krijgsgevangenen moeten werken aan spoorlijn
2. Nederlanders werden teruggestuurd naar Nederland
3. Er gebeurde niets met de Nederlanders
4. Er waren geen Nederlanders in Indonesië

Hoe was de Japanse bezetting voor de inwoners van Indonesië?

1. Die was goed voor de Nederlanders (werden eerlijk behandeld) en ook voor de Indonesiërs want die kregen onafhankelijkheid.
2. Was slecht voor de Nederlanders (strafkampen) maar goed voor de Indonesiërs want die kregen onafhankelijkheid.
3. Die was goed voor de Nederlanders (werden eerlijk behandeld) maar slecht voor de Indonesiërs want ze werden gebruikt voor dwangarbeid.
4. Slecht voor de Nederlanders (strafkampen) en slecht voor de Indonesiërs want die moesten dwangarbeid leveren.

In welk jaar bezet Japan Indonesie?

1. 1940
2. 1942
3. 1943
4. 1945

D-Day was op

1. 6 juni 1945
2. 7 december 1942
3. 6 juni 1944
4. 5 mei 1945

Wat is D-day?

1. Dat de geallieerden landden op Normandië.
2. Dat Duitsland Nederland aanviel.
3. Dat er atoombommen in Azië werden gebruikt.
4. Een blitzkrieg

Welke gebeurtenis past het best bij de afbeelding?

1. Bombardement Amsterdam
2. Bombardement Den Haag
3. Bombardement Rotterdam
4. Wat?

Wat is een belangrijk keerpunt in de Tweede Wereldoorlog?

1. Pearl Harbor
2. Battle of Britain
3. Slag bij Stalingrad
4. Bombardement Rotterdam

Waarom was NL
vanaf 15 mei 1940
geen rechtsstaat
meer?

A              B              C             D

Nederland bezet.

1. Democratie verdween, NSB als enige partij.
2. Gelijkheidsbeginsel verdween, toepassen rassenleer.
3. Bombardement Rotterdam, capitulatie Nederland.
4. Vrije media verdween, Duitse propaganda.

Wat is de holocaust

1. De holocaust is de trein vanaf Westerbork
2. De holocaust is een concentratiekamp
3. De holocaust is de massamoord op zes miljoen Joden door de Nazi's in WOII.
4. De holocaust is een reddingsactie tijdens de tweede wereldoorlog

Wat is een oorlogsmonument?

1. Dat is altijd een beeldje van iemand die de oorlog heeft meegemaakt
2. Een monument dat is opgericht om aan de oorlogsslachtoffers te denken
3. Een monument waar landen oorlog om voeren
4. Dat bestaat niet

Zet de volgende gebeurtenissen op volgorde:
1. Bombardement op Rotterdam
2. Begin van de Tweede Wereldoorlog
3. Zuid-Nederland wordt bevrijd
4. Heel Nederland bevrijd

1. 1 2 3 4
2. 2 1 4 3
3. 2 1 3 4
4. 1 4 3 2