13,3 zuur-base reacties en Lewis structuren

13,3 zuur-base reacties en ionisatie% 
1 / 34
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 34 slides, with text slides.

Items in this lesson

13,3 zuur-base reacties en ionisatie% 

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen vandaag? 
1. Weer even inzoomen op zuur-base reacties 
O.A op microniveau --> introductie van Lewis Structuren

Slide 2 - Slide

Aan het einde van de les kun je
3. Lewisstructuren tekenen van zuur base reacties 

Slide 3 - Slide

Stel: 0,25 M NH3 lost op in water. Wat is de pH en hoeveel % is geïoniseerd. Hint* check of je -x mag verwaarlozen

Slide 4 - Slide

Stel: 0,25 M NH3 lost op in water. Wat is de pH en hoeveel % is geïoniseerd. Hint* check of je -x mag verwaarlozen

Slide 5 - Slide

Stel: 0,25 M NH3 lost op in water. Wat is de pH en hoeveel % is geïoniseerd. Hint* check of je -x mag verwaarlozen

Slide 6 - Slide

Zuur-base reacties 
We hebben in hoofdstuk 7 al best veel met zuur-base reacties geoefend. 

De eerste pagina van 13.3 Overslaan!
Wij houden gewoon de regel bij zuur-base reacties
1/2 sterk = aflopende pijl
beide zwak = evenwichtspijl 

Slide 7 - Slide

Zuur-base op microniveau 
We gaan eerst even helemaal terug naar hoofdstuk 1.

(tijd geleden dus laten we dat even snel opfrissen)

Slide 8 - Slide

Atoommodel van Bohr
Atoom kern bestaat uit protonen (+) en neutronen
Elektronen zitten rond de kern in schillen

1e schil = max 2 elektronen
2e schil = max 8 elektronen
3e schil = max 18 elektronen

Slide 9 - Slide

Atoom bindingen 

Slide 10 - Slide

Atoom bindingen 

Slide 11 - Slide

Wat willen atomen?
Ze willen OF 
lege schillen
OF 
volle schillen
OF 8 elektronen in de BUITENSTE schil = octetregel (dit zijn de valentie elektronen)

streven naar edelgasconfiguratie 

Slide 12 - Slide

Bv kijken naar O, waarom maakt deze twee bindingen?

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Octetregel
In de lewisstructuur geven we ook de niet-bindende elektronenparen aan. 

Slide 15 - Slide

Maar dat is wel gek want bij zuren komt H3O+ voor. Dan heeft O ineens drie binding. Hoe zit dat?

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Door een extra binding met H
Heeft 1 elektron van zuurstof (een rode) zijn plaats af moeten staan (sad) 
Hij heeft er nog steeds 8 in de buitenste schil
maar nu heeft O er van zichzelf maar 5 ipv 6. 
1 e- minder dus er ontstaat een plus lading

Slide 18 - Slide

Okay en bij base hebben we OH- hoe zit dat?

Slide 19 - Slide

Okay en bij base hebben we OH- hoe zit dat?
van H krijgt O er 1e- bij. 
Zelf heeft hij er 6. 
dan heeft hij er in totaal 7.
Voor de octet regel moet hij er 8, dus 1 tekort. Om dit op te heffen krijgt hij er 1e- bij. = negatieve lading

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Laten we de lewisstructuur van NH3 tekenen

Slide 22 - Slide

Laten we de lewisstructuur van NH3 tekenen
N heeft 7 elektronen, 2 in de binnenste en 5 in de buitenste (hint je kan dit ook heel goed in het periodiek systeem zien: 2,5)
 

Slide 23 - Slide

Laten we de lewisstructuur van NH3 tekenen

Slide 24 - Slide

Laten we de lewisstructuur van NH3 tekenen
N heeft 7 elektronen, 2 in de binnenste en 5 in de buitenste (hint je kan dit ook heel goed in het periodiek systeem zien: 2,5)

Covalentie van stikstof is 3 (3 bindingen)
dus 5-3 = 2 ongebonden elektronen over 

Slide 25 - Slide

Hoe ziet NH4+ er dan uit?

Slide 26 - Slide

Hoe ziet NH4+ er dan uit?

Slide 27 - Slide

Hoe ziet NH4+ er dan uit?

Slide 28 - Slide

Teken de lewis structuur van HCOOH en HCOO-

Slide 29 - Slide

Zelf oefenen
- Bestuderen Hoofdstuk 13, Paragraaf 3 uit het boek (blz 181 t/m 183)
- Maken opdracht 27 t/m 29 en 34 uit het boek (blz 183&183) of in de online omgeving

Slide 30 - Slide

Bereken de pH en ionisatie percentage van de oplossing waarbij 6,0 gram Natriumcyanide (NaCN) wordt opgelost in 0,5 L water
*hint het is een zout dus die eerst oplossen* 
*bereken het aantal Molair vóórdat je de BOE tabel invult*

Slide 31 - Slide

Teken de ionisatie reactie van CN- met water in Lewis structuren 

Slide 32 - Slide

Geef de zuur-base reactie van een natriumcarbonaat oplossing met een waterstoffluoride oplossing. Bereken hiervan de K waarde en beredeneer naar welke kant het evenwicht staat 

Slide 33 - Slide

Zelf oefenen
- Bestuderen Hoofdstuk 13, Paragraaf 3 uit het boek (blz 181 t/m 183)
- Maken opdracht 27 t/m 29 en 34 uit het boek (blz 183&183) of in de online omgeving

Slide 34 - Slide