Spelling

• Drama
• Basisschool
• Groep 6-8

verschillende spellingregels door elkaar

Je hoort de s of k maar je schrijft de c

Deze ....... heeft scherpe stekels

Wat is de goede hij-vorm van het woord zijn

1. zijt
2. bent
3. is
4. zijn

De scheidsrechter (leiden) de wedstrijd prima

Wil je ook een glas .......?

een ...... knipt de kaartjes in de trein

Zet het werkwoord fietsen in de goede volgorde. ik... hij.... wij... 

verledentijd ik/hij.....  wij......

fiets

fietst

fietsen

fietste

fietsten

De zanger zingt door een .........

een drankje noem je ook wel een........

de ...... beoordeelt de zangeres

(mogen) ik jouw pen lenen?

De scheidsrechter (leiden) de wedstrijd prima

Vincent (zijn) veel te laat

's ochtends eet ik vaak muslie met .........

Kan jij je met al dat lawaai wel goed ...............?

Ik (mopperen) bijna nooit

De goede ik-vorm van schudden is

1. ik schudt
2. ik schudden
3. ik schut
4. ik schud

De goede hij-vorm van bloeden is?

1. hij bloet
2. hij bloedt
3. hij bloeden
4. hij bloed

jij (braden) het vlees goudbruin

Als je jarig bent dan wordt je ge..........

Wat vonden jullie van deze
manier van spelling?